Twee blikjes
Het is nog wat vroeg in de ochtend, ik schuif de gordijnen open en zie, voor op het veldje, twee blikjes liggen een paar meter bij elkaar vandaan. Bier of fris, ik kan het van afstand niet zien. Maar het zijn duidelijk blikjes, die iemand heeft weggegooid op het gras.
Al op weg naar de achterdeur om even die twee blikjes op te ruimen komt er plotseling een ander beeld bij mij op. Dorpsgenoten die we tegen komen en die vanaf de Jongbloedvaart richting dorp lopen, dus op het voetpad langs de sportvelden. Ze hebben twee grote plastic tassen bij zich vol flessen, flesjes, blikjes en lege pakjes. Omdat ze ook twee honden bij zich hebben vraag ik, ontzettend flauw natuurlijk, of ze ook het huisvuil even uitlaten. En zo komt het gesprek op het afval wat ze hebben opgeraapt in de vijf kilometer die ze gelopen hebben. En dat niet één keer, want regelmatig hebben ze deze “opbrengst”.
Als ik daarna verder loop komen de beelden boven van kleuters die in veel te grote veiligheidshesjes rond de sportvelden op zoek zijn naar zwerfafval. Ik weet nog mijn irritatie bij die foto’s. Natuurlijk is het heel educatief, dat kleuters leren dat je geen afval weg gooit. Maar moeten vier en vijf jarigen de rotzooi opruimen die volwassenen niet in een prullenbak kunnen gooien?
Zo zijn er meer initiatieven om de omgeving wat toonbaar te houden. Het Noordeind gaat twee keer per jaar op zoek naar de troep aan de straat. Er zijn vergelijkbare acties in Diphoorn, waar bewoners actief zijn met de schoonmaak van de bermen. En bij de SIS had de hardloop groep een tijdje terug een speciale oefening. Eindje hard lopen, bukken en rommel oppakken, terug lopen naar een vuilniszak en zo, hard lopend en veel bukkend, aan het trainen en schoonmaken.
Een week later liggen de twee blikjes nog op het veldje en ik blijf kijken wat er gebeurt. Ik zie daarbij de beelden waar mensen actief zijn om een schone omgeving te houden. Maar, zo vraag ik me af, waarom gooit iemand zijn of haar rotzooi gewoon in de berm of op een veldje. Wat, als diegene het thuis ook zou doen. Even voor het beeld: je eet een zakje patat en gooit, als het op is, het lege zakje achter de bank. Of op weg naar de slaapkamer boven gooi je het lege bierblikje de trap af. En de lege chips zak ligt uiteindelijk in de keuken op de grond.
Ik denk dat het thuis snel afgelopen is met de “pret” en dat heel nadrukkelijk gewezen wordt op de vuilnisemmer, de container buiten of de flessenautomaat in de supermarkt.
Is het dan, vraag ik me af, zo moeilijk om je eigen afval mee te nemen naar een prullenbak buiten aan de straat of de container bij huis? Is het zo moeilijk om de zooi die je hebt ook zelf op te ruimen?
We hebben het op allerlei manieren over grote problemen in de samenleving. Vaak met het gevoel van onmacht: als individu kan ik er weinig aan doen of veranderen. Die gedachte overkomt mij nog wel eens.
Maar op het niveau van ons dagelijks leven kunnen we vaak wel een bijdrage leveren. Want ben je buiten, heb je wat te eten of te drinken, neem dan je afval mee naar huis. De berm, de straat, de sloot of het bosje is geen vuilnisemmer.
De twee blikjes liggen trouwens niet meer op het veldje.
Teun de Vries