De jaren ‘50 

Vorige week zaterdag waren Janet en ik toeschouwers in het openluchttheater in Zweeloo waar ‘De Vlinderprinses’ werd opgevoerd, een spektakelstuk met allerlei gedateerde toeters en bellen dat zich afspeelt in de jaren ’50. Het stuk is geschreven door Harm Dijkstra die, zoals jullie weten, zijn artistieke leven grotendeels doorbrengt in de verleden tijd. Ik ben een kind van de vijftigerjaren en ik moet zeggen dat de kleding van de spelers en de aankleding van het terrein met een dorsmachine, de dragline, een oude EDS-bus en een akker met ‘erpelkrabbers’ de sfeer van toen aardig weergaf. Herkenbaar dus. Ik heb vroeger zelf nog voor een habbekrats met rubberdopjes om de vingers in zo’n aardappelland liggen wroeten op het land van Asse Nijboer. We zouden met vier jongens in de herfstvakantie dat perceel wel even van de piepers ontdoen. Maar na één dag waren er nog drie en na drie dagen nog twee noeste krabbers over. Daardoor bleek de herfstvakantie te kort om het karwei af te maken. Ik weet niet meer of Asse het zelf heeft afgemaakt of dat hij gewacht heeft tot de rooimachine werd uitgevonden. Ik vermoed het laatste. En dan de dorsmachine waar we als kinderen met verbazing naar stonden te kijken. En natuurlijk stonden we met de neus vooraan als er ergens bij een boer een varken werd geslacht. Een ‘zwien op de ledder’ had er als decorstuk nog wel bij gekund in Zweeloo.  

De jaren ’50. Ik had er verder niet zoveel mee. Er moest van alles en er mocht weinig. Orde en gezag waren in het dorp ongeacht kerk en geloof universele waarden en iedereen nam in zondagse kleren de zondagsrust in acht en harkte op zaterdag keurig streepjes in de tuin. De jaren ’50 waarin je je als bezitter van een solex tot de elite van het dorp mocht rekenen. De jaren ’50 toen alle mannen nog rookten en er op verjaardagen en bruiloften, naast pinda’s en leverworst, sigaretten van verschillende merken en sigaren van Hofnar werden gepresenteerd in daarvoor bestemde glazen. Gastvrijheid heette dat in die tijd. In Zweeloo werden de rokers verbannen naar een soppig stukje gras buiten het terrein. Een gemiste kans. Na afloop had de feesttent op het terrein blauw moeten staan van de rook, geheel in de stijl van de jaren ’50.  

Harm Jan Geugies

Naar archief