Hobby

Een jaar geleden heb ik een column geschreven over lawaai. Opgedrongen, en ook eigen lawaai. Sommige mensen hebben dat begrepen, maar niet iedereen. Eén van de meest stompzinnige reacties die ik via het forum mocht ontvangen was het overduidelijke: Och man, zoek een hobby.

Maar, hoe meer ik daar over nadacht, hoe minder erg ik dat vond en uiteindelijk kreeg ik zelfs het besef en zag ik het licht.

Ik moest een hobby zoeken, en dat ben ik gaan doen. Ik ben gaan snuffelen in het Slener verenigingsleven om te kijken of ik iets leuk vond en er mijn hobby van zou kunnen maken.

Allereerst ben ik naar de fotoclub gegaan. Een nieuw fototoestel gekocht, zo een waarmee je ook kunt telefoneren, en daar was ik. Alras bleek dat ik slechts plaatjes schiet, maar geen foto’s maak. Ongeschikt dus.

Daarna naar de brandweer. Helaas moest ik mijn conditie tonen door op de zeephelling van de zeskamp binnen 4 minuten 10 keer de top te halen. Daar ik slechts 2 maal halverwege kwam ben ik voor de rest van mijn leven uitgesloten van blus en knipwerkzaamheden.

Toen naar de maandagavond bridgeclub, maar aangezien ik mijn auto normaal op de parkeerplaats bij het MFC zette, en niet in het MFC of tussen de nieuw geplaatste NP paaltjes, en bij het verlaten na het laatste bod de voorbijgangers vriendelijk groette, hoef ik ook daar niet meer te verschijnen. Dit soort acties worden daar namelijk niet op prijs gesteld.

Voor de speeltuinvereniging ben ik te oud, voor de jeugdsoos drink ik niet genoeg en voor de Stichting streekeigen ben ik ondanks 30 jaar Sleen te jong en te veel import. Bij de Bushbikers heb ik bij gebrek aan Bush ook weer niets te zoeken.

EHBO doe ik de hele dag al aan, net als toneelspelen. Muziek maken bij Crescendo vereist noten lezen, en de gemengde zangvereniging bleek mannen en vrouwen gemengd te hebben terwijl ik dacht aan protestant en katholiek.

Van de woningbouwvereniging kun je geen lid worden, terwijl mij dat nu wel leuk leek, van de Uitvaartvereniging ben ik wel lid, maar dat zal dus nooit mijn hobby worden. Aan paardensport doet mijn vrouw al, van Tennisvereniging Sleen ben ik ooit voorzitter geweest, dus dat viel ook af. 3 weken na mijn aanmelding bij de konijnenfokvereniging was mijn Flappie spoorloos.

Van mijn Origami kunsten werd mijn vrouw stapeldol, daar ik elke ochtend, het Dagblad in tabloid formaat nog ongelezen binnen 23 slagen tot een kolibrie wist om te vormen.

Ik kon penningmeester worden bij de volleybal, maar dat hebben anderen ook al weinig succesvol geprobeerd, club ZAWA wilde geen geheelonthouder hebben.

Maar, uiteindelijk heb ik mijn bestemming gevonden. Via de 5 mei geraniummarkt in Klazienaveen ben ik lid geworden van Fuchsia club Zuid Oost Drenthe. En omstreken. Voor mijn toelatingsexamen ben ik glansrijk geslaagd. Binnen 10 minuten wist ik 43 verschillende soorten te determineren, inclusief hun natuurlijke habitat en mineralenbehoefte. Momenteel zit ik al boven de 120 soorten. Groene vingers heb ik. Fuchsia weekenden op de Veluwe, enorme mailwisselingen, stekjes per TNT, en internationale Fuchsiavrienden in Canada, Botswana en Sneek. 2x per jaar het Fuchsia magazine etc., etc. De wereld gaat voor je open. Ik kan ze de grond( aarde) wel uitkijken. Hoera, ik heb een hobby, en dat dankzij een anonieme tipgever. Mij hoor je niet meer, of het moet zijn bij het zingen van Annie MG Schmidts “Wie wil er een stekkie, een stekkie, een stekkie van de Fuchsia, van de fuch fuch fuchsia”.


Paul Aaldering

Naar archief