Duurzaam eten
Gisterenavond weer eens gezellig een boel mensen bij mij op verjaarsvisite mogen ontvangen. Altijd leuk, met name de onderwerpen die dan de revue passeren.
Zo kwam ook het onderwerp gezond eten ter sprak en vervolgens het paardenvleesschandaal. Het moest niet kunnen dat er paard in plaats van koe in de producten wordt verwerkt. Dus geen echte paardrijders aanwezig dat voelt u ook wel aan. Toch brengt mij dat wel weer aan het denken. Paardenvlees schijnt bijna de helft goedkoper te zijn. Tevens schijn je de smaak makkelijk te kunnen verwarren met koe, nou ja rundvlees dan. Dus ik ben stiekem gaan googelen of er hier in de buurt een paardenslager is. Kon er jammer genoeg niet één vinden.
Toch raar dat het paardenvlees in heel Europa de gemoederen zo ernstig verhit. Het past heel goed in de trend van duurzaam voedsel. Ik bedoel maar, de meeste paardjes schijnen een heel goed leven te hebben gehad in een mooi groen weitje. In België hebben ze daar de volgende benaming voor: “vlees van grasbuikjes”. Dat is nog eens wat anders dan het leven van de plofkip. Ook vanuit het oogpunt van recycling zou het een heel goede manier van consumeren zijn. Ik bedoel maar, eerst het paard gebruiken als recreatie object, fitnessapparatuur of vervoermiddel en daarna hup in de stoofpot er mee. Helemaal niet gek zo’n multifunctioneel gebruik.
Ik reed laatst ook door Mantinge. Daar zag ik bij een kaasboerderij een bordje met “geitenvlees te koop”. Ik zou zeggen; weer zo’n prachtig voorbeeld van recycling en duurzaamheid. En wat dacht u van de legkip? Die schijnt best heel smakelijk te zijn. Ik zag op televisie dat de beestjes na zo’n anderhalfjaar trouwe dienst voor een habbekrats worden verkocht aan India. Daar schijnt dan weer goud geld, in Roepies dat wel, voor te worden betaald. De tekst op het zakje “Holland” schijnt daar echt een aanbeveling te zijn voor prima kip. Verschil is wel dat ze daar een prima en kruidig receptje schijnen te hebben die de kip weer lekker mals maakt.
Vreemd is ook dat de meeste mensen in Nederland meestal alleen de gebruikelijke dieren tot dagelijkse kost verwerken. Daarmee bedoel ik dan de bulk van rund, varken en kip. Terwijl men in andere landen geniet van bijvoorbeeld een geroosterd caviaatje (Equador), waar dit liefelijke beestje tot een delicatesse behoort.
In China wordt alles gegeten wat leeft. Ook hondjes bijvoorbeeld.
Nou dat zou best een oplossing zijn voor de aaibare diertjes in de overvolle dierenasiels in Nederland. Briljant idee van die Kramer hoor ik u al denken, maar toen ik op vakantie in Indonesië de gelegenheid kreeg om ”saté andjing” (saté van hondenvlees) te eten heb ik het toch maar niet gedaan. De verleiding was wel groot om het te proberen, maar ja mijn beste vriend is een hond. Zwak excuus vindt u misschien maar vrienden eet je meestal niet op.
Ik weet het, nu lijk ik weer op een paardenliefhebber. Het is eigenlijk maar hoe je naar de diertjes en hun natuurlijke omgeving kijkt. Zo met de lente in zicht kun je, met het eerste prille zonnetje op je bolletje, langs een weitje lopen en denken "ach wat een lieve paaslammetjes". Je zou ook kunnen denken "tjonge, jonge ik krijg nu wel heel veel zin in een broodje döner kebab".
Alvast prettige paasdagen gewenst en als u nog een adres in de buurt weet van een goede paardenslager, u kunt mij bereiken via SleenWeb.
Martin F. Kramer