Tja ...
Eens in de zoveel tijd komen ze op SleenWeb voorbij: de politieberichten. Ik neem ze altijd even door. Om te weten hoeveel fietsen er nu weer gestolen zijn en omdat ik benieuwd ben hoe het zit met de rest van de criminaliteit in ons keurig aangeharkte dorp. Maar, zoals altijd, valt het ook deze keer weer reuze mee. De afgelopen maanden zijn er slechts twee fietsen gestolen en dat is toch niet echt veel. Volgens de wijkagent klopt dat en het is ook allerminst verontrustend, zegt hij, als je in ogenschouw neemt dat er in Sleen jaarlijks gemiddeld tien fietsen onrechtmatig van eigenaar wisselen.
Met de rest van de criminaliteit scoort Sleen ook niet hoog. Gelukkig maar, zult u denken. Ik denk dat in ieder geval wel. Toch vallen er bij de politieberichten twee zaken op. Niet zozeer door het criminaliteitsgehalte ervan. Nee, eerder door de berichtgeving erover.
Ten eerste het stelen van brandstof uit vrachtwagens bij de sporthal en uit een graafmachine aan de Zetelveenweg, net buiten het dorp. Volgens de politie werd er in beide gevallen ‘s nachts brandstof ontvreemd. Lijkt me eerlijk gezegd vrij logisch, want brandstof ontvreemden uit vrachtwagens en graafmachines is bij uitstek een klusje voor ’s nachts, omdat de kans dat je bij je werkzaamheden betrapt wordt aanmerkelijk kleiner is dan overdag. Zeker in een keurig aangeharkt dorp als Sleen waar iedereen ’s nacht netjes in z’n bed ligt. Opmerkelijk dan ook dat de politie, in het geval van de graafmachine aan de Zetelveenweg, getuigen vraagt zich te melden. Dus, wie heeft er om drie uur in de nacht van 22 op 23 juli iemand zien lopen aan de Zetelveenweg in de buurt van een graafmachine, met een jerrycan in de hand en een slangetje in z’n mond? Juist. Niemand natuurlijk, want wie haalt het nou in z’n hoofd om ’s nachts de wekker te zetten voor een wandeling aan de Zetelveenweg of all places, in de buurt van een graafmachine waar iemand brandstof uithaalt?
En dan het bericht over mensen die verdacht veel belangstelling aan de dag leggen voor woonhuizen. ‘Ziet u dergelijke verdachte personen, probeer het kenteken van de auto waarin ze rijden te noteren en bel dat door’, vraagt de politie. Rij ik laatst door de Veldakkers en zie ik daar dus een persoon verdacht veel interesse aan de dag leggen voor een woonhuis. Aha, denk ik, jij bent er bij. Kenteken genoteerd, politie gebeld en doorgereden. Krijg ik later op de dag een telefoontje van de politie: ‘ Of ik niet had gezien dat die auto van makelaardij De Flinten was.’
Harm Jan Geugies