Boerenslimheid

Ik zie ze nog voorbijfietsen, grote jongens met sporttassen achterop. Eén hand aan het stuur, terwijl de andere hand de tas controleert. Sommigen hadden hem, gesteund door de koplamp, los op het stuur liggen. Van de Bannerschultestraat de Zuidenveldstraat in richting voetbalveld. Wij woonden daar op de hoek. Het was zondagmiddag om een uur of één. GBJ Hilterman, die de zondagse soep met pudding op de radio begeleidde met het bespreken van de toestand in de wereld, was net geweest. Het was begin jaren ’60. VV Sleen was nog een zondagclub en zou dat ook nog een tijdje blijven. Pas veel later kwam er een zaterdagafdeling bij. Dat ging niet zonder slag of stoot. De eerste jaren speelde de zaterdag onder de vlag van VV Schoonoord, in witte shirts en blauwe broeken. Na veel discussie en veel vergaderen konden die uiteindelijk worden geruild tegen het rood-wit van de VV Sleen. We, ik was één van hen, hoorden er eindelijk bij. Maar een interne strijd is het altijd gebleven. Verdeeldheid was troef en de bestuurssamenstelling zorgde ervoor dat het accent altijd bleef liggen op de zondag, met het eerste elftal als paradepaardje.

Onlangs is dat paradepaardje weer eens opgepoetst. Ingegeven door bezuinigingen, stelde het bestuur voor, om met ingang van het nieuwe seizoen nog maar met één prestatieteam uit te komen. Of dat team op zondag of zaterdag zou gaan spelen werd aanvankelijk buiten beschouwing gelaten. Bestuurlijke boerenslimheid. Een technische commissie kookte één en ander voor en de macht van het getal, de zondag heeft meer leden dan de zaterdag, deed de rest. Zo werd het eerste elftal van de zondag prestatieteam en zo werd het eerste elftal van de zaterdag buitenspel gezet en gedegradeerd tot recreatievoetbal, zonder noemenswaardige faciliteiten. Knap stukje werk! De meerderheid was immers voor? Het is toch democratisch besloten? De jongens van de zaterdag denken daar anders over. Ze voelen zich geschoffeerd en hebben allemaal hun lidmaatschap opgezegd. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. De kracht van een democratie zit hem niet in de helft plus één. Bestuur en technische commissie hadden er beter aan gedaan al in een vroeg stadium met de betrokkenen in gesprek te gaan. Op basis van argumenten was het wellicht mogelijk geweest om een draagvlak voor hun plannen te creëren. En zo niet, om hun plannen bij te stellen. Dat is niet gebeurd, met als resultaat dat een slordige 35 leden zijn opgestapt. Eigenlijk de tent zijn uitgejaagd. Een bestuur dat zoiets presteert verdient niet meer dan een brevet van groot onvermogen.

Harm Jan Geugies

 

Naar archief