Kindervriend

Sinterklaas. Als kind was ik er behoorlijk van onder de indruk. Misschien was ik er zelfs wel een beetje bang voor. Je wist immers niet wie er onder die tabberd en achter die grote baard schuil ging. Ja, Sinterklaas. Bekend als groot kindervriend, dat wel. Maar katholiek hè, dus oppassen. Zeker als je bij hem op schoot moest komen zitten. ‘Kom jij maar eens even bij Sinterklaas’, klonk het dan, terwijl hij je wenkte met zijn wijsvinger, die verstopt zat in een witte handschoen. Dat alleen al. Wegkruipen kon niet en vluchten had geen zin, want tegen Zwarte Piet op gympen had je geen schijn van kans.

En als je daar dan totaal bewegingsloos zat, in afwachting van wat er ging komen, reikte Piet hem het grote boek aan, waarin stond geschreven wat je in het afgelopen jaar allemaal voor dingen had gedaan die niet door de beugel konden. Een complete bladzijde, helemaal over jou. Wat natuurlijk hartstikke oneerlijk is, want ik wist niks over hem, behalve dat hij Sinterklaas was en van kinderen hield, maar zelf geen kinderen had, omdat hij waarschijnlijk celibatair leefde en dat hij zich daarom vol liefde stortte op de kinderen van anderen.

Ja ja, beste kijkbuiskinderen, zo was dat vroeger met Sinterklaas en zo is dat nog. En dat hij waarschijnlijk vliegangst had, omdat hij met een stoomboot helemaal uit Spanje naar Nederland was gekomen. Wat belachelijk is, want ook al durf je niet te vliegen, dan gaat het altijd nog een stuk sneller met de bus. Vakantiegangers naar Spanje, die niet willen vliegen, gaan toch ook niet met een stoomboot naar Benidorm en terug? En dan ook nog in een jaargetijde naar Nederland komen dat je denkt: wat haalt die man in het maanlicht halsbrekende toeren uit, door met een paard over glibberige daken te rijden. Dat haalt onze eigen Anky van Grunsven ’s zomers bij daglicht niet eens in haar hoofd. En als er iemand is die wat met een paard kan is zij het wel. Maar dat soort dingen zeg je als kind natuurlijk niet hardop, bang dat je bent om in de zak van Sinterklaas te belanden en meegenomen te worden naar Spanje. Nee, je hield wijselijk je mond. De angst om in een katholiek jongens-en-paters-onder-elkaar-internaat in Madrid te belanden was groot in de jaren vijftig.

Harm Jan Geugies

Naar archief