Een praotie met ... ”zuster Bregman”

Een praotie met .... ”zuster Bregman” (een artikel dat gestaan heeft in Oes Eigen Streek van juni 1999, geschreven door Eggie Reinders).

Lijsbeth Bregman, geboren 22 februari 1913 te Broek in Waterland, zo lees ik in de stukken uit het persoonlijk archief dat ik spontaan te leen kreeg toen het interview voor deze rubriek aan de orde kwam. Zuster, zoals iedereen haar in Sleen en omgeving noemt, vond het best leuk om haar medewerking te verlenen. Sinds enkele jaren woont ze in Erm. Ze heeft daar een gezellige kamer in het huis van haar pleegzoon Henk en zijn vrouw Els. De borderterriërs die de trots zijn van de familie van Gerwen lopen in en uit en haar vrienden en kennissen lopen graag even bij haar binnen. Geen wonder want ze is nog steeds zeer geïnteresseerd in alles wat er om haar heen gebeurt en ze kent heel veel mensen uit haar lange werkzame periode. Regelmatig legt ze nog een kaartje bij Moorman en elke woensdagmiddag gaat ze naar de soos in Sleen. De stapel diploma’s die voor mij op de tafel ligt is aanzienlijk. Ik noem een paar in willekeurige volgorde: Diploma A – kinderziekenhuis Arnhem, Diploma B voor verpleging van zenuwzieken en krankzinnigen- Wilhelminagasthuis in Amsterdam, School voor maatschappelijk werk, Amsterdam – Wijkverpleging, Huisbezoekster in het kader van tuberculosebestrijding, kraamverpleging, EHBO, Kookcursus aan de Amsterdamse Huishoudschool.

En dan zijn er nog de reisverslagen van een groepje vrienden dat op een primitieve manier in contact kwam met de (veelal boeren-)bevolking in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.  Joh. Meier uit Noord-Sleen werd ingehuurd als chauffeur. Zijn grote Chevrolet werd volgepropt met de hoogstnodige bagage. Er was maar net genoeg plaats voor de reizigers. Het groepje bestond uit Dhr. en mevr. Van Aarst, Meester Klaassens, een zus van mevr. Van Aarst en Zuster. Soms maakten ze ook reizen met Auke Berends, meester Klaassens en Roelof Tiems. De dames sliepen in de auto en de heren “in de tent”. “ Een keer zat ik met mijn hoofd vast onder het stuur van de Chevrolet”aldus zuster. Uit deze verslagen uit de jaren vijftig spreekt naast de interesse voor de manier van leven van de mensen in het buitenland ook de grote liefde die ze allemaal voor de natuur hadden. Zuster is op 1 april 1943 in Sleen begonnen als wijkverpleegster. Ze woonde eerst bij de kassier van de Boerenleenbank, Hendrik Been en zijn vrouw Margje aan de Schaapstreek in het huis waar later dokter Pouw woonde. Daarna had ze een kamer bij Geert en Trui Kuiper (waar nu G. Lalkens woont). Bij Rotman aan de Brink (nu Reinders) heeft ze ook nog enige tijd gewoond en natuurlijk bij Jan en Roelie Eerenstein (kapper). Toen het wijkgebouw  gereed was heeft ze daar haar intrek genomen. Later kocht ze een huis aan de Mottenkampsteeg, waar ze enkele familieleden onderdak en verzorging bood. De werkzaamheden als wijkverpleegster bestonden uit het thuis verzorgen van moeder en kind gedurende een week. Verder deed ze de consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters, ze gaf wasbeurten aan bejaarden en hulpbehoevenden en ze moest de administratie bijhouden.

Zuster is een enthousiast vertelster. Zo weet ze zich te herinneren dat ze in de tijd dat ze samenwerkte met dokter van Reest voor een bevalling naar de Tipma moest. Dat was ergens tussen Zweeloo en Noord- Sleen.  Het weer was vreselijk slecht en ze moesten samen lopen door de blubber. Op de plaats van bestemming aangekomen kreeg de dokter sokken en klompen van de kraamheer. De geboortes en de sterfgevallen zijn haar het meest bijgebleven. Tot 1953 is zuster bij alle bevallingen aanwezig geweest. Ze weet nog precies dat de eerste bevalling die zij hier meemaakte bij Nijboer was in Noord-Sleen. Tot 1963 assisteerde zuster alleen nog bij bevallingen als de kraamhulp niet op tijd aanwezig was. Veel van de kinderen die “gehaald” heeft kent ze nog en noemt ze voor het gemak “mijn kinderen”.

Diverse anekdotes passeren de revue, zoals die keer dat zuster al fietsend werd voortgeduwd door dokter Pouw die in de auto zat. En die keer dat ze als begeleidster van een schoolreisje mee was naar Harderwijk. Het was erg warm, zuster was gekleed in een korte broek. Zoals iedereen spraken alle kinderen haar aan met zuster. Een andere groep vakantievierders dacht vanwege de betiteling te maken te hebben met een zeer vooruitstrevende non. Ook tijdens een schoolreisje bij een wedstrijdje punteren op het meer bij Giethoorn. Zuster dacht iedereen te slim af te zijn door in het water lopend het bootje voort te duwen. Maar ook deze keer kwam boontje om zijn loontje… ze trapte in een stuk glas.

Voor Henk, die door omstandigheden niet bij zijn ouders kon opgroeien is “Tante Bep”altijd een echte moeder geweest. Haar grootste wens is om nog eens kleinkinderen van Henk en Els in de armen te mogen houden. Zuster geniet van een fijne levensavond bij Henk en Els.  Els: “Ze is een gouden mens omdat het welzijn van andere mensen altijd voorop staat bij haar.”

Tenslotte nog een boodschap van zuster aan alle Sleners die ze kent: ik ben dankbaar voor alle gastvrijheid die ik vroeger heb ondervonden. Ik hoop dat ik de patiënten goed verzorgd heb en dat ik hun wensen voor zover mogelijk vervuld heb.

Het huis aan de Mottenkampsteeg.

Het huis was onbewoonbaar verklaard. Het werd in 1969 verbouwd waarna zuster Bregman er in kwam te wonen.

Contact

Stichting Streekeigen Sleen
Stichting Streekeigen Sleen Wolfgarenweg 8 7846 TH  Noord-Sleen
T. 0591-362561 E. secretaris@streekeigensleen.nl I. http://www.streekeigensleen.nl

De Stichting is opgericht op 26 januari 1989 en bestaat uit een bestuur en een viertal werkgroepen. De stichting is lid van de Drentse Historische Vereniging en is sinds september 2005 gehuisvest in het Multifunctioneel Centrum De Brink in Sleen.