Het Dorpsgerucht (hoofdstuk 2)
Een verhaal in Corona tijd van, voor en door inwoners in Sleen. In gang gezet door Teun de Vries. Ja, wat een mens al niet gaat zoeken in deze tijd, waarin heel veel even niet kan, niet mag. Wat leuks, iets waar anderen misschien ook plezier aan kunnen beleven. Hoe dan precies het idee van Het Dorpsgerucht ontstaat, geen idee eigenlijk.
Het is een heel simpel idee: je begint met een verhaal en schrijft maximaal 5 regels. Dat stuur je via de mail naar een volgende dorpsgenoot met de vraag: vul 5 regels aan en stuur het naar iemand door. En zo ontstaat langzaam maar zeker een verhaal. Waar het over gaat, hoe lang het wordt? Geen idee, dat zal wel blijken!
Lees hieronder het tweede hoofdstuk:
HET DORPSGERUCHT
Een verhaal in Corona tijd van, voor en door inwoners in Sleen
Hoofdstuk 2
Als ik de deur open, krijg ik een déja-vu gevoel. Zijn dit de drie podagristen, die ooit door Drenthe liepen? Drie jonge kerels, degelijk geschoeid en met een flinke rugzak op hun rug. Ach nee, dit zijn “Pieterpadters”. Op mijn vraag wat ik voor hen kan betekenen, vertellen ze dat ze het gerucht hebben opgevangen in de buurt. ”Welk gerucht?” is mijn wedervraag. Dat er rond de toren bij de oude Dorpskerk in het tweeduister een licht is gezien. En aangezien ik in één van de huizen bij die toren in de buurt woon, komen ze informeren of ik hier misschien meer van weet.
Een licht, het licht, het licht zien, een nieuwe tijd breekt aan? Rond de toren van de oude kerk, het hoogste punt, waar leylijnen bij elkaar komen, de oerkracht, waar heidense volkeren hun heiligdommen bouwen. Komt hier dan, in deze benarde tijd, energie bij elkaar, die een oplossing gaat bieden? Hebben we het dan eindelijk begrepen, dat het zo niet langer kan. We naderen de ontknoping …..of is het slechts voorspel ……of is het gewoon gekkigheid van een grappenmaker.
Een licht antwoord ik, nee dat is mij niet bekend. (maar de leylijnen bedenk ik zijn er wel degelijk, zouden deze wandelaars dat weten?). Op mijn vraag, hebben jullie bij de dorpskerk gelopen? was hun antwoord ja. En hebben jullie dan wat gezien?, toen we hier net liepen, keken we elkaar een moment aan, net of we wilden zeggen, voel jij dat ook? was het antwoord van één der mannen. Zonder echt een antwoord liepen de mannen verder, nog één keer omkijkend naar de toren. Een gerucht….. een mirakel……of is er toch iets van waar?
In gedachten loop ik terug het nog steeds zo stille dorp in. Slechts een paar mensen kom ik tegen, ze hebben waarschijnlijk hun levensmiddelenvoorraad weer aangevuld. De wind speelt met hun inmiddels veel te lange haren. Het is een mooi gezicht, maar ik vergeet even dat mijn kapsel er nu net zo uit zal zien. Het is jammer dat de kappers nu nog niet mogen werken, niet alleen om onze haren bij te werken maar misschien weten zij iets meer van het gerucht….
Ik loop verder naar MFC de Brink om te kijken of daar iemand iets weet van het gerucht. Maar ook daar is het stil, geen zang, geen muziekklanken, geen bridge geen darten helemaal niets. Maar wacht eens even, wat hoor ik aan de achterzijde bij de Brink? Ik ga op onderzoek uit en zie sportende kinderen bij de SIS. Ik vraag of ze iets hebben gehoord over een gerucht, de kinderen kijken mij onschuldig aan en zeggen dat ze blij zijn dat ze weer buiten mogen sporten en dat ze helemaal geen aandacht hebben voor een gerucht.
En zo moet het natuurlijk ook zijn. Kinderen moeten spelen, en zich niet druk maken over geruchten. leylijnen of een gevoel zoals de Pieterpadlopers deze beschreven. Volgende stop tijdens mijn onderzoek zou de Artsenpraktijk zijn. Maar ik denk dat zij niets gaan vertellen over hetgeen zij gehoord hebben. Beroepsgeheim gaat ver. Er zit niets anders op dan mijn wandeling verder voort te zetten. Misschien richting De Linde, of naar de Bloemist. Weten zij iets?
Ik kom de laatste weken niet zo heel erg veel in het dorp en woon bijna aan het uiterste zuidelijke puntje van Sleen. Ik zie wel mensen voorbijlopen die om zich heen kijken en opzij gaan als ze elkaar tegen komen. Ik heb iets van de geruchten gehoord maar kan er nog geen vinger op leggen. Ben ’s nachts wel eens wakker en kijk dan steevast even door het raam naar buiten de duisternis in. Ik zag een paar keer heldere lichtflitsen midden in de nacht uit de richting van onze kerktoren komen die eindigden in het derde bosje, vreemd, onheilspellend, waar komt het vandaan?