De Vlinderhof laat het traditionele denken los
Sinds het begin van vorig schooljaar wordt er op OBS De Vlinderhof in Noord-Sleen gewerkt volgens de uitgangsregels van het continu verbeteren, of te wel Continious Improvement. Grondlegger van dit onderwijsconcept is Dr. Jay Marino. Het traditionele denken wordt hierbij losgelaten.
“Bij continu verbeteren in het basisonderwijs wordt iedereen (leerlingen, leerkrachten, directie en ouders) betrokken om samen te werken aan een betere kwaliteit van het onderwijs. De leerlingen spelen hierin een grote rol”, vertelt leerkracht Femke Temmink.
Continu verbeteren kan gaan om betere leeropbrengsten van bijvoorbeeld rekenen, maar ook het verbeteren van gedrag hoort hierbij. Kenmerkend is hierbij, dat de leerlingen actief betrokken worden en meer invloed krijgen op hun eigen leerproces. Hierbij wordt gekeken naar:
- Inzicht krijgen in eigen kunnen en prestaties
- Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces
- Zelf zaken op kunnen lossen
- Trots kunnen zijn op dingen die goed gaan
- Alles uit jezelf willen halen
- Reële doelen kunnen stellen en daarvoor doelgericht aan de slag te gaan.
“Bij het continu verbeteren in de groep wordt nadrukkelijk het traditionele denken losgelaten. Als er betere resultaten door de leerlingen bereikt moeten worden, dan moeten leerlingen zelf kennis hebben van de doelen en manieren waarop deze bereikt gaan worden.”
Continu verbeteren in de praktijk
In ieder klaslokaal zie je een datamuur (zie foto), waarop de doelen en resultaten van de leerlingen zichtbaar zijn gemaakt. “Juist door de zichtbare vorderingen van een concreet gesteld doel blijven de leerlingen meer gemotiveerd. Een doel kan bijvoorbeeld zijn: de hele groep haalt op het dictee een 7 of hoger.” De ervaringen na ruim een jaar zijn positief. “We zijn hier ruim een jaar mee bezig en zien nu al duidelijke resultaten in de school. En dat is mooi om te zien”.
Foto: Gerjo Stegeman