Synagoge terug in Sleen
Woensdag werd door wethouder Jeroen Huizing een prachtig monument onthuld in de dorpskern van Sleen: de Joodse synagoge die hier ooit stond. Voorzitter Gezinus Renting van Stichting Streekeigen vertelde dat Ina Steenbergen eind 2020 met het idee kwam om iets te doen met de verdwenen Joodse synagoge.
Klaas Renting bood aan met een ontwerp te komen, waar iedereen erg enthousiast over was.
De gemeente was even positief in haar toezegging om financiële steun. Ook de daadwerkelijke uitvoering werd door Klaas gedaan. Wat uitmondde in een prachtig kunstwerk. En natuurlijk zegde Bea Kortwijk haar medewerking toe om het kunstwerk op een mooie zichtbare plek op haar grond te plaatsen. Kortom: een prachtig initiatief, vóór Sleners en dóór Sleners.
In 1859 werd de synagoge in gebruik genomen. Het was een eenvoudig gebouw, beneden zaten de mannen, de vrouwen konden de dienst volgen vanaf een galerij. Achterin was een ritueel bad. Op dat moment was er in Zuidoost Drenthe alleen in Coevorden een synagoge, later kwam er een in Emmen. Vanaf dat moment trokken veel Slener en Ermer Joden daar naar toe voor de sabbatsdienst.
In 1918 werd het gebouw verkocht aan de gemeente. Deze vestigde er een gaarkeuken in t.b.v. de Belgische vluchtelingen, die in de Hervormde Kerk waren ondergebracht. Ook de zangvereniging Sleen maakte er één avond per week gebruik van om er te repeteren. Voor fl.15,- per jaar, maar dan moesten ze wel zelf zorgen voor vuur en licht. In 1925 verkocht de gemeente het gebouw aan smid Harm Lanting. Zijn zoon Jan Lanting heeft de smederij hier nog heel lang voortgezet, zoals velen van ons weten.
Het aantal Joodse gezinnen in het dorp Sleen zelf is nooit heel erg groot geweest. In 1813 woonden hier drie gezinnen: Meijer Mozes, Salomon Levi Meyboom en Jozef Sanders Meisterman. In 1862 vestigde zich het gezin van Jacob Israëls Jacobs. Ze kwamen uit Zwartsluis en kregen 7 kinderen. Toen dit gezin later weer terugging bleven Israël en Meijer met hun vader in Sleen. Ze dreven een manufacturenzaak. Ze kochten schapenwol van de boeren, of ruilden dit tegen veekoeken. Voordat Meijer Jacobs zijn manufacturenzaak overdeed aan zijn zoon Jacob liet hij tegenover zijn huis (het huis waar nu Paul Aaldering en Annemarie Elberse wonen) een zuivelfabriek bouwen.
Omstreeks 1880 kwam Meijer Hekscher in Sleen wonen. Hij trouwde met Diena Suskind en samen kregen ze vier kinderen. Ook hij handelde in manufacturen. Zoon Isaac trouwde met Elsiena Josep en zij kregen 2 kinderen: Meijer en Rolf. Zij woonden aan de M. Altingstraat 16. Meijer vertrok later naar Assen. Rolf en zijn ouders werden op 25 november 1942 afgevoerd van het bevolkingsregister als “vertrokken, onbekend waarheen”. Inmiddels weten we wel waarheen dit was. Na een periode van onderduiken is het gezin op 25 januari 1944 in Westerbork op transport gesteld. Moeder en de twee jongens (11 en 7 jaar) werden onmiddellijk doorgestuurd naar Auschwitz, waar ze op 28 januari 1944 zijn omgebracht. Vader Isaac is op 31 maart 1945 omgekomen in Mühldorf (Dtsl).
In Sleen herinneren geen Stolpersteine aan de aanwezigheid van Joodse medebewoners. Wel een monument, het Hekscher monument, dat in 2010 werd onthuld. Daar is vandaag een element aan toegevoegd: de herinnering aan de synagoge op de plaats waar deze ooit gestaan heeft.
Wie een ogenblik wil wijlen in een prachtige serene stilte, een oase van rust, bezoeke het Joodse kerkhof, even buiten Sleen. Een indrukwekkende herinnering aan de Joodse inwoners van Sleen.
Bron: Sleen in verleden en heden, G. Kuipers
Klik hier voor alle foto's.
Verslag en foto's: Luuk Houkes