Bertus Tiems in memoriam
De ouwe reus is overleden. De boom is geveld. Met dit verschil dat bomen met een keiharde klap neerkomen en Bertus Tiems na een kort ziekbed zacht is geland, rustig uit het leven gegleden, oet de tied kommen. Bertus kwam in de tied in 1935. Een imposante verschijning met een hart van goud dat ook nog een keer op de goede plaats zat. Recht door zee en hulpvaardig.
Wij waren buren van 2000 - 2012. Sleen heeft markante en bekende inwoners. Een internationaal befaamde kunstenaar, een regionaal cabaretduo, een dichteres, een expansionistische zakenvrouw; en Bertus Tiems. Wij hadden koormaten kunnen zijn. In zijn jeugd was Bertus lid van de Gemengde Zangvereniging Sleen en ik werd het later. Twintig jaar voorkwamen dat we, terugfietsend van een koorrepetitie, samen een duet vormden dat De Mooiste meid van Slien of De Jongbloedvaart zong.
Bertus had een ijzeren gestel en een stalen leefritme: ’s avonds met de kippen op stok en vroeg opstaan. Zeg je Bertus, zeg je vrijheid. Wonen aan de rand van Sleen, wat scharrelen op het eigen erf, de tuin bijhouden en die later beetje bij beetje saneren, in de herfst de bladeren harken, de paarden van Jan Zeewuster in de gaten houden.
De dood van broer Jo begin 2014 was een zwaar gelag voor Bertus. Plotseling was de onafscheidelijke broederband gebroken. Thuiszorg, Tafeltje Dekje, en paardenman Jan sleepten Bertus erdoor. In mijn herinnering zie ik Bertus op zijn best als ik, achterom lopend, na drie keer kloppen en luidruchtig ‘Volluk!’ roepend zijn keuken binnenkwam en ik hem zag staan achter het gasstel met daarop een grote koekenpan boordevol gesneden ui. De geur van in vet smorende uien was bedwelmend lekker.
Bertus was wars van zweverigheden en verzinsels. Een leven na de dood en godsdienstige praatjes waren niet aan hem besteed. Jehovah’s getuigen werden bruut de deur gewezen. Bertus leek met weinig tevreden te zijn. De laatste jaren bracht hij vaak door op zijn stoel voor de buitendeur. Hij observeerde de komende en gaande mens. In de laatste jaren had hij een groot dekkleed paraat waarmee hij de stoel uit de regen hield. Duurde de bui niet al te lang dan bleef hij zitten en trok het dekkleed over zich heen en wachtte het eind van de bui af, zijn hoedje net buiten de rand uitstekend. In het onderhouden van vriendschappelijke banden met buren was Bertus eigengereid en eigenzinnig. Een keer een groet niet beantwoorden kon op een levenslange verwijdering rekenen.
Waren er vrouwen in Bertus leven? Zeker. Er waren vrouwen die meer dan belangrijk voor hem waren. Op de eerste plaats natuurlijk zuster Jantje. Als ze kwam, zaten ze ’s middags gezellig in de tuin thee te drinken. Nooit zagen we Bertus gelukkiger, een eeuwigdurende glimlach op zijn lippen en een vrolijke oogopslag. Femmie van Jan, een supermantelzorgster. Oud-buurvrouwen Lidia, die zijn 80e verjaardag regisseerde en Inge van wie hij de hand bij een felicitatie net iets langer vasthield. Lenie de pedicure, door Bertus steevast hoefsmid of bekapster genoemd. En dan Bertus’ allergrootste liefde: oud-huisarts Nicolette. Die kon een potje breken. Vergeleken met haar waren de mannelijke huisartsen stoethaspelende houten klazen die er maar weinig van bakten.
De laatste jaren zagen we Bertus wat veranderen, hij werd gevoeliger en onhandiger. In de keuken vatte zijn blouse vlam en hij lag weken in het brandwondencentrum in Groningen. Een paar jaar later viel hij van een ladder. Hij wilde een duif verjagen uit de bijkeuken en brak zijn enkel. Een langdurig herstel volgde. Drie weken resideerde hij in De Horst met medepatiënten die hem de oren van de kop kletsten.
Bertus man, rust in vrede!
Klaas van der Meulen
Foto's: archief