Ondernemersflits: De Taarterie
Ondernemersflits De Taarterie
Geen taart alsjeblieft
‘Als ze me maar geen taart voorzet, want ik lust helemaal geen taart. Kun je dat wel zeggen tegen iemand die van taarten maken haar beroep maakt?´ Deze gedachte flitst door mij heen als ik naar de andere kant van het dorp fiets om Marjolein Kleine van De Taarterie te interviewen. Gelukkig heeft ze koekjes gebakken, heerlijke koekjes. De geur komt je tegemoet.
De deel
Eerst laat ze me de boerderij even zien, en vertelt over haar plannen. ‘Daar komen vier hotelkamers, twee kleine boven en twee grotere beneden, en hier komt de gezamenlijke eetkamer’. Ik kijk rond in de deel, naar waar vroeger koeien hebben gestaan. Vermoed ik. Zie de enorme balken en de binnenkant van het dak. Ja, er moet nog heel veel gebeuren. Dan komen we in de het winkeltje, waarvandaan ze zomers thee en koffie schenkt voor de gasten op het terras. En het terras, zonder stoelen momenteel. Hoewel de zon uitnodigt om toch een plekje buiten te zoeken. Wat een uitzicht. Ja, hier wil ik ook wel genieten van een high tea. Maar ik moet nog even wachten tot eind april, dan gaat ze weer open.
We eindigen de rondleiding in de enorme keuken, een combinatie van een privé- en een instellingskeuken, groot, de ene kant is zakelijk ingericht en de andere kant gezellig. Hier gebeurt het dus. Midden op het kookeiland liggen de koekjes te wachten. En te ruiken, mmmm, heerlijk. Gelukkig gaan ze in een schaaltje en komen ze op tafel, waar ik mijn vragen kan afvuren. Hoewel, ook zonder vragen vertelt Marjolein wel.
Bananenroomtaart
Marjolein komt oorspronkelijk uit Hoogeveen, heeft jaren in het midden en het westen van het land gewoond, maar is teruggekomen om hier, in Sleen, haar droom te verwezenlijken. Eerst waren er plannen voor een klein, luxueus hotel. Toen dat niet van de grond kwam, en het ondernemersbloed tóch bleef kruipen, begon ze van haar hobby haar beroep te maken: taarten bakken. En zo werd De Taarterie geboren. Ze bakt ambachtelijke taarten, hele bijzondere als Grootmoeders appeltaart (‘met rozijnen en zonder tierlantijnen’), een Cappucinotaart en een bananenroomtaart, maar ook bruidstaarten. Die bruidstaarten zijn een verhaal apart. In eerste instantie hield ze de boot af. Het was gewoon niet haar ding. Tot er iemand opbelde, die niet vróeg of ze een bruidstaart wou maken, maar gewoon zei: ‘Ik wil een bruidstaart voor mijn dochter.’ Daar heeft Marjolein ja op gezegd en zo zijn ook deze taarten in het assortiment opgenomen. Maar ze vindt het leuker om andere taarten te bakken.
Van lieverlee kwam er de theetuin bij, en de high tea, verschillende workshops en een proeverij, en straks nog het theehuis. Haar publiek bestaat uit wandelaars en fietsers, mensen die de tijd nemen om te genieten van wat Marjolein te bieden heeft. En dat is veel. Over een jaar of drie, vier moeten de hotelkamers klaar zijn, en kunnen mensen er ook overnachten. Dat is nu alleen mogelijk in de caravan die op het erf staat.
Na deze gezellige inleiding begin ik toch maar eens aan de nog openstaande vragen op mijn lijstje.
Wie zou je met elkaar willen verbinden?
Hier heeft ze zaterdagavond al met vriendinnen over gesproken. Na kort nadenken volgt dan ook meteen het antwoord: ‘Nelson Mandela en de topmannen van ABN en Fortis. Ik zou ze met elkaar laten praten over hun innerlijke drijfveren. Hebben die bankmannen alleen dollartekens in ogen? Hoe denken zij mee te werken aan een betere en mooiere wereld?’ Dit soort vragen houden haar ook bezig.
Waar lig je ’s nachts wakker van?
Marjolein ligt zelden of nooit wakker. Maar als het dan tóch eens gebeurt, is het omdat ze zich teveel op de hals heeft gehaald. En dat blijkt ’s nachts altijd honderd keer meer dan de volgende ochtend.
Wat vind je leuk of boeiend aan Sleen?
Het is een mooi dorp, gezellig, de rust en de gemoedelijkheid spreken haar erg aan. En: ‘je kunt hier heerlijk vanuit huis wandelen, het is meteen mooi.’
Wat zou je aan Sleen willen veranderen?
‘Ik mis een gezellige, kleine donkerbruine kroeg, en een slager. Dat zou mooi kunnen in de leegstaande ruimtes midden in het dorp. En ik zou het leuk vinden als we een speciale, kenmerkende, jaarlijks terugkerende activiteit zouden hebben, bv iets als de musical, die dit jaar op de Brink werd gespeeld. Als je Sleen zegt, dan heb je het ook meteen over die activiteit. Dus, gewoon elk jaar zo’n mooie musical op de Brink.’
Ga je jezelf wel eens te buiten?
‘Ja, regelmatig. Aan taart natuurlijk. Ik heb een te-buiten-clubje, een taartenclub met zes vriendinnen. We komen eens per twee maanden bij elkaar, iedereen bakt een taart en dan houden we onze eigen proeverij. Nee, de taarten hoeven niet op, niet meer. We snijden nu ook kleinere puntjes, om misselijkheid later op de dag te voorkomen.’