Ondernemersflits: Rabbers Hoveniers
Iedere maand staat een ondernemer uit Sleen e.o. centraal in de rubriek 'Ondernemersflits'. Alle ondernemers die een vermelding hebben bij 'Ondernemers' op sleen.nu komen voor deze rubriek in aanmerking.
Rabbers Hoveniers
Aan het eind van een winterse dag begin februari ga ik in gesprek met Menno en Tea van Rabbers Hoveniers. Menno komt net terug van zijn laatste klus van vandaag; de rotonde bij Erm. Dat is een mooie binnenkomer; als Rabbers Hoveniers daar iets moois van weet te maken, op zo een centraal punt in de omgeving, dan is dat toch pure winst.
Hovenier en bruidscouture
Hoewel Menno niet ‘Drents klinkt’, speelt Drenthe een centrale rol in zijn leven. Zijn vader komt uit Dalen, maar Menno groeit op in Heemstede. Daar werkt hij vanaf zijn 15e voor een Hoveniersbedrijf.
In 1986 leert hij Tea Hulshof (uit Sleen) kennen op camping De Bronzen Emmer, wat de Drentse band versterkt. In 1993 gaan zij samenwonen. Omdat Menno geen baan kan vinden in Drenthe vertrekt Thea ‘naar het westen’, waar zij een mooie baan vindt in een atelier in bruidscouture aan de Barteljorisstraat in Haarlem. (Iedere Monopoly speler zal daar, net als ik, vast een positieve associatie bij hebben, de straten in Haarlem waren bij ons thuis gewild.)
Intussen wonen Tea en Menno in Hoofddorp, maar als ze in 2003 na een weekend bij Tea’s ouders in Sleen, terugrijden naar Hoofddorp, realiseert Menno zich dat hij eigenlijk wel graag in Sleen wil wonen. Vooral vanwege de rust en het groen. Want van beide is weinig te vinden in Hoofddorp. Het idee is: eerst een baan voor Menno, dan het huis verkopen en iets nieuws kopen in Sleen. Binnen een half jaar is het geregeld. Menno vindt werk bij een hoveniersbedrijf in Drenthe en Tea zegt haar baan in de bruidsmode op. Dat zal niet meegevallen zijn denk ik, alles wat zij opgebouwd had in Haarlem zomaar achterlaten. Voor haar is het voor een tweede keer opnieuw beginnen. Niet lang daarna vindt zij hier trouwens opnieuw een baan, twee dagen per week werkt zij bij Weggemans bruidsmode in Emmen.
Ondernemer worden
Wat eigenlijk ook niet meevalt is het werk van Menno. De collega’s en de sfeer onderling zijn prima, maar het werk biedt hem te weinig uitdaging en verantwoordelijkheid. Zijn omgeving moedigt hem aan om voor zichzelf te beginnen. Daar is wel moed voor nodig, de zekerheid van een vast salaris opgeven en tegelijkertijd een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor vrouw en kind (dochter Nina is dan 8). Maar Menno waagt de stap.
Hij begint voor zichzelf met een opslag in de garage en de bus met aanhanger op de dam. Al snel wordt de ruimte te klein en is het elke ochtend een gevecht om de fiets tussen de grasmaaier en de trilplaat vandaan uit de garage te krijgen.
Menno kan opslagruimte aan de Schaapstreek huren van Gerrit Hidding, achter het huis van Bert-Jan. Er ontstaat een goede samenwerking. Waar mogelijk koopt Menno zijn producten bij Hidding. Hij doet sowieso, waar het kan, zijn zaken in het dorp, de auto gaat naar Autobedrijf van der Weide, tanken doet hij bij Tankstation van der Berg, het hout haalt hij bij Houthandel Bos, zijn verzekeringen beheert Wim Schonewille. En natuurlijk vindt hij allerlei praktische zaken bij ‘de Slener bazar’. Voor bestrating en beplanting moet hij iets verder kijken, maar ook daarvoor blijft Menno zo dicht mogelijk in onze regio.
Rabbers in Sleen
Menno is echt een ondernemer in Sleen geworden. Veel mensen kennen hem, daar zorgt hij voor en dat is zijn kracht in het werven en houden van zijn klanten. Hij is een makkelijke prater en legt graag contact. Samen met een klant de tuin door, een heldere offerte maken en vervolgens zorgen dat alles correct, vlot en vakkundig wordt uitgevoerd.
Dat uitvoeren is de laatste jaren in bepaalde opzichten iets minder zwaar geworden doordat Menno, vooral voor ‘zijn jongens’, steeds meer machines kan aanschaffen. Als hij zegt “ik weet wel wat een tegel weegt” zie ik weer voor me hoe hij een aantal jaar geleden ons terras met mooie grote tegels heeft gelegd, alles met de hand.
Maar Rabbers in Sleen is ook op een andere manier belangrijk. Menno’s vader heeft eigenlijk altijd terug gewild naar Drenthe. Dat is hem niet gegeven en tot Menno’s spijt heeft hij ook niet meer meegemaakt dat Menno zich in Sleen vestigde. Maar “er is weer een Rabbers terug in Drenthe” en dat geeft extra betekenis aan de zaak.
Het werk
Menno is alleen begonnen met de zaak en heeft intussen een medewerker (Bert) in vaste dienst. Samen begeleiden ze het hele jaar door twee stagiaires (vaak jongens soms ook meisjes) van het AOC Terra en de Groene Welle (in Zwolle). Stage lopers vragen veel aandacht, dat geeft Menno graag. Op zijn ‘eigen terrein’ leert hij ze eerst omgaan met het kraantje en de shovel en daarna gaan ze samen op pad, Bert en hij ieder met een stagiaire. Daarnaast huurt hij in het seizoen uitzendkrachten in, gemiddeld vier, maar soms ook acht man tegelijk. Grote klussen zoals straatwerk of groot snoeiwerk pakken ze met zijn allen aan. En soms, als de klant een paar opgroeiende jongens thuis heeft, schakelt Menno hen ook in om te ‘opperen’. De sfeer is goed, Menno kennende kan ik me voorstellen dat dat haast niet anders kan.
In zijn aanbod zit het volledige pakket van ontwerp, advies, aanleg en onderhoud voor particulier en bedrijf. Hij heeft veel klanten in Sleen, zowel voor tuinaanleg als voor tuinonderhoud. Ook wat dat betreft is het dorp goed voor hem en daar is Menno dankbaar voor.
Hij is dus volop op pad en aan het werk. De administratie en facturering wordt verzorgd door Tea, Menno hoeft het maar op een kladblaadje aan te leveren en Tea zorgt dat het goed ‘in de boeken komt’.
PR
Ik vind het altijd weer bijzonder om van een ondernemer in Sleen te horen ‘hoe hij dat doet’. Want het gaat toch niet zomaar vanzelf, genoeg klanten vinden om in je eigen onderhoud te voorzien en in de situatie van Menno ook nog in dat van een aantal medewerkers! Hoe doe je dat?
Menno heeft al verteld dat hij geen bordje voor zijn huis wil, de bus staat er toch? Dat is genoeg. Als ik rond kijk in het dorp werkt dat ook zo. De naam en het beeldmerk van Rabbers kom ik vaak genoeg tegen onderweg. Daarnaast is er natuurlijk de website www.rabbershoveniers.nl en Rabbers heeft een prachtige flyer. Menno noemt het een flyer, ik zou het een boekje of ‘brochure’ noemen. Met mooie foto’s en aansprekende teksten laat Menno zien wat hij doet en wat hij kan betekenen. “Uw tuin, onze passie!” , “wij werken sámen met u aan een prachtig eindresultaat” en “laat u niet om de tuin leiden” zijn uitspraken die waar zijn en perfect passen bij Menno en zijn werk.
Dat Menno sociaal ondernemend is blijkt ook wel uit het feit dat hij veel doet aan sponsoring van plaatselijke verenigingen, adverteert in hun clubbladen én samen met Tea vrijwilliger is voor de stichting Ride 4 Kids (www.ride4kids.nl).
De toekomst
Als ik Menno vraag hoe hij de toekomst ziet is hij duidelijk. “Ik wil leuk werken en de dagelijkse dingen kunnen doen. Ik wil het goed hebben voor de jongens, als het regent hier thuis samen met hen soep, knakworst en een gebakken ei kunnen eten. Ik weet hoe ik het hebben wil onderling en hoop voor de jongens daarin ook een voorbeeld te kunnen zijn. Mijn ideaal is zelf nog eens te kunnen bouwen, een leuke woning met een eigen loods op een mooi plekje even buiten Sleen. Ik ben verliefd op de Mottenkampsteeg en een plekje aan de Groningerweg.”
Menno is gedreven in zijn werk, positief over Sleen en vol energie.
“Ze zijn nog lang niet van mij af in Sleen!”
Als ik later in de week weer langs de rotonde rijdt en de auto van Rabbers in de berm zie staan geeft mij dat een positieve blik van herkenning. Met drie man zijn ze bovenop de rotonde in de kou en het laatste restje sneeuw aan het werk met de muurtjes. Ik heb respect voor hen.
Tekst: Esther Spijkerboer
Foto's: Henk Steenbergen
Voor alle foto’s klik hier