Slener in de spotlight: Roelf Noordhuis

Nagasaki

“Een mooie helblauwe hemel veranderde in ontelbare lichtflitsen, een immense luchtdruk, drukte, sponningen en ramen uit muren, een grote paddenstoel verscheen  boven Nagasaki die morgen, 9 augustus om kwart over elf in 1945. Nadien ... stilte ... doodse stilte” 

Manila Filippijnen 1945 na de bevrijdingRoelf Noordhuis werd in 1937 aangenomen bij de marine als lichtmatroos. Na de basisopleiding werd gekozen voor de geneeskundige dienst bij de Nederlandse zeemacht. Dat kwam de marine goed van pas, in het voormalig Nederlands-Indië was behoefte aan medische ondersteuning. Na een tweejarige opleiding volgde uitzending voor drie jaar naar de ‘Gordel van Smaragd’, het voormalige Nederlands-Indië. De keerzijde van deze missie was dat Roelf en Roelina net ‘stief’ verkering hadden en elkaar voor drie jaar moesten missen. Ze beloofden elkaar trouw, er zou worden gewacht en drie jaren waren uiteindelijk geen drie eeuwen.                                                                                                                                                             Na weken gevaren te hebben, meerde Ms. Tarakan af in de haven van Surabaya. Aansluitend volgt plaatsing voor twee jaar op de torpedoboten, Ms. Kortenaer en Ms.Banckert. In 1940 wordt weer voet gezet aan de vaste wal in Surabaya. In het Centraal Burger Ziekenhuis in Surabaya wordt een opleiding gevolgd voor ziekenverpleger. Na deze leerzame en aanvullende opleiding volgt plaatsing als verpleger op de Vliegschool Mospattie.  

 

Japanse bezetting
Net zoals Duitsland grote delen van Europa onder de voet liep tijdens de Tweede Wereldoorlog, zo was Japan verantwoordelijk voor de agressie in Azië. Een belangrijk doelwit voor de 'Jappen' was het voormalig Nederlands-Indië, het huidige Indonesië, rijk aan kostbare grondstoffen, olie, specerijen, mineralen enzovoorts. 

“De dreiging van Japan werd steeds agressiever. Luchtaanvallen van de Jappen maakten vliegen van de Nederlandse luchtbrigade onmogelijk. Deze werden dan ook verplaatst naar Australië om vandaar terug te keren naar Nederland! Ook werden steeds meer Japanse duikboten waargenomen. Door deze overmacht kreeg het marinepersoneel begin februari 1942 opdracht zich op eigen gelegenheid naar station Goebeng te begeven waar treinen klaar stonden om naar het havenstadje Tjilatjap te reizen. Om vervolgens met de schepen ‘Duynmaer van Twist’ en ‘Tjisaroea,’ ook uit te wijken naar het veilige Australië." Het kon een gevaarlijke overvaart worden; er waren geruchten dat Japanse duikboten in de baai aanwezig waren. “Ondanks dat ik goed kon zwemmen had ik een paar fietsbinnenbanden op de kop getikt. Mocht het mis gaan en ik zou in het water terecht komen, dan had ik meer kans te overleven door het grotere drijfvermogen.

Krijgsgevangenen kamp Fukuoka 2 Nagasaki Japan 1942 – 1945In het donker voeren we dicht onder de kust richting Bali. Helaas waren we gespot door een Japans vliegtuig en al spoedig ingesloten en geënterd door een Japanse kruiser en twee torpedojagers. We werden overgebracht naar Makassar op Celebes, waar we onder bevel kwamen van de Japanse landmacht. We werden te werk gesteld als krijgsgevangene.”  De hoop terug te keren naar Stadskanaal ging op in rook. Marinier Noordhuis werd ingezet als verpleger.  

Verpleging
“Een militair Japanse arts verzocht mij zorg te dragen voor een dertigtal zwaargewonden uit de ‘Slag op de Javazee’. Hij verzekerde mij dat het om geallieerde militairen ging, wat het voor mij een stuk gemakkelijker maakte. Om eerlijk te zijn, had ik weinig motivatie om Japanners te verzorgen! Met nog een K.N.I.L. militair, die apothekersassistent bleek te zijn, werden we in een jeep naar de gewondenbarak gereden, waar we vervuilde, onverzorgde patiënten in lompen aantroffen op smerige bedden.  Zo goed als mogelijk hebben we de mensen gewassen, verschoond en de bedden van schoon linnengoed voorzien. Een heel enkele keer humaniteit! Het verzoek foto’s te mogen maken van ernstige beenbreuken bij een Engelse militair werd ingewilligd. De vijf breuken hebben we toen goed kunnen spalken; de andere patiënten verzorgd, wonden schoongemaakt en verbonden. Wat ons zwaar viel waren de laatste momenten van stervende slachtoffers die stookolie in hun longen hadden gekregen tijdens het zeegevecht in de Javazee!  Kapot en doodmoe vielen we ’s avonds in bed.”

Oktober 1942 overplaatsing naar Nagasaki in Japan
Eind 1942 kregen we te horen dat we, met hoofdzakelijk technisch en verplegend personeel, overgeplaatst zouden worden naar Nagasaki in Japan. We werden overgevaren met het passagiersschip de Asama Maru. Na een lange vaart kwamen we rillend van de kou in onze tropenkleding aan in een koud Nagasaki. Warme kleding werd niet verstrekt. De grote temperatuurverschillen tussen Indonesië en Japan hadden tot gevolg dat veel mensen stierven aan longontsteking. Het eten was slecht en bestond uit rijst met zeewier met zo nu en dan een handje sojabonen. Het eerste jaar werkte ik in de apotheek, met een Japanse collega, die in principe mijn chef was. Ik heb toen een actie gedaan die botste met de Japanse cultuur. Door een aanhoudend verschil van mening over het verkrijgen van vijftien pijnstillende poeders, flikkerde ik de vijf poeders, die hij mij toekende, weer terug. Dat had ik niet moeten doen! Even later werd ik door twee potige Japanse militairen mee naar buiten genomen die mij vast hielden, terwijl ik door mijn opponent  tot bloedens toe helemaal in elkaar werd geslagen. Wat schetst mijn verbazing; ’s middags kreeg ik van hem een zakje koekjes met de woorden ‘I am sorry’. De koekjes kon ik trouwens helemaal niet eten met m’n gehavende kop. Al met al betekende het wel dat ik na dit incident werd verbannen naar het naburig gevangenkamp met als dagelijkse werkplek de drie kilometer verderop gelegen scheepswerf, iedere dag zes kilometer lopen. Het eten was hier ook bar slecht; rijst, zeewier en af en toe een handje sojabonen. Dr. Nieuwenhuis, ook krijgsgevangene, die ik assisteerde in de verpleging, wees ons er op dat wij met dit menu een gevaarlijk tekort aan vetten kregen. Daar werd het volgende op gevonden: ik had geleerd zeep te maken voor Japanse officieren met onder andere loog en lijnolie. Ik maakte de heren wijs dat sojaolie geschikter voor de huid was dan de gebruikelijke lijnolie. Iedere dag een lepeltje sojaolie bracht ons zo de hoog nodige vetten.” 

De atoombom
“Het was een helderblauwe stralende ochtend, die negende augustus 1945. Er was luchtalarm geweest, een squadron zilvergrijze vliegtuigen was over gevlogen, die ook weer verdwenen. (Achteraf een Amerikaanse dreiging van wat er ging komen!) We kwamen de schuilkelders weer uit en gingen aan het werk. Om een uur of elf, om precies te zijn kwart over elf, stond ik buiten even na te praten met een patiënt bij wie ik een splintertje metaal uit het oog had gehaald. Van het ene moment op het andere verschenen er ontelbare lichtflitsen in de lucht, gevolgd door een hevige luchtdruk. Omliggende fabrieken en hallen veranderden in skeletten, ramen, kozijnen en alles wat verder los en vast zat werd weggeblazen als vodjes papier. Als een fata morgana verscheen er een schitterende gaswolk die opsteeg in de vorm van een paddenstoel. We dachten eerst aan een natuurverschijnsel, atoombommen waren ons uiteraard vreemd! Het bombardement op Hiroshima, een paar dagen eerder, was ons niet bekend. Op kilometers afstand, over de baai, zagen we Nagasaki in helse vlammen branden” 

Het aantal directe doden op Hiroshima: 78.000 en Nagasaki: 39.000. 

Als gevolg van straling en kanker zou het totaal aantal doden nog oplopen tot honderdduizenden mensen. 

Chaos, paniek, gehuil en geschreeuw
“Japanse officieren in paniek, hysterisch gehuil, geschreeuw, totale ontreddering! Het grote geluk was dat we ons op een relatief veilige plek bevonden omgeven door grote silo’s en loodsen waardoor de enorme luchtdruk werd gebroken. We besloten terug te gaan naar ons kamp, misschien dat we hulp konden bieden. Het was een ware verschrikking. Honderden gewonden, stervenden en verbrande lichamen lagen en hingen her en der. Machteloos waren we tegen deze afschuwelijke catastrofe. Zoveel ellende laat zich niet beschrijven ... een inferno!“ 

Amerikaanse bommenwerper B 29 werd vredesduif!
“Tot onze grote vreugde dropte een B-29 een E.H.B.O. verbandkistje met de meest blije boodschap: The War is over ...! Een dag later gevolgd door een dropping van parachutes met voedsel, kleding, sigaretten en chocola. Onze blijdschap kende geen grenzen!

In het station van Nagasaki, dat onbeschadigd was gebleven, waren lange rijen geïmproviseerde douches aangelegd. Zeep, shampoo, ondergoed, kleding, goed voedsel en nachtrust, een ongekende luxe en ... eindelijk ... eindelijk weer een beetje mens. En ... weer eten, heerlijk eten, ondanks waarschuwingen vooral niet te veel en te vet te eten. Toch lag het gros een paar uur later te kotsen, zo ziek als een hond. Medio september werden we overgebracht naar Okinawa om vandaar naar Manilla gevlogen te worden. Eindelijk, eindelijk, na al die jaren weer terug naar Nederland! In een telegram naar mijn geliefden in Grunnigerland laat ik weten blij te zijn dat we in de startblokken staan, om eindelijk weer terug te keren naar Nederland. In Manilla heb ik nog wat souvenirs gekocht, mijn koffer gepakt; ik was klaar voor vertrek. Terwijl ik mijn fotoboek aan het ordenen was werd ik ontboden op het bureau. Daar kreeg ik te horen dat ik niet mee terug zou gaan naar Nederland maar de volgende dag met een vliegboot naar Australië gevlogen zou worden. Een hevige teleurstelling! Dus maar weer een telegram, nu met de boodschap dat mijn terugkomst uitgesteld werd met nog een half jaar. De andere dag bracht een vliegboot mij richting Australië, waar na enkele dagen afgemeerd werd in Melbourne. Mijn taak was assistentie te verlenen bij de inkoop van medische artikelen. Ondanks mijn verlangen naar thuis heb ik daar een schitterende tijd gehad. Een Harley Davidson met zijspan stond tot mijn beschikking, waar ik de leveranciers mee bezocht.”

De andere kant van de medaille
Alhoewel Johan Cruyff nog niet geboren was had de medaille ook toen al twee kanten. De verlengde diensttijd in Melbourne werd gecompenseerd door het kunnen kopen van allerlei spullen. Australië was niet in oorlog geweest en kende geen gebrek aan goederen en voedsel. Daarentegen ontbeerde men in Nederland van alles na de Duitse bezetting. Zo werd van de nood een deugd gemaakt.

“Per telegram kreeg ik te horen waar behoefte aan was. Allereerst twee gouden (trouw)ringen voor het aanstaande echtpaar Noordhuis! Ook voor mijn broer, die in de oorlog getrouwd was en genoegen moest nemen met kippengaasringen, twee gouden ringen. Stof gekocht voor een bruidsjapon. Dan was er het verzoek van Roelina een mantelpakje te kopen. In een grote modezaak in Melbourne werd een verkoopster getaxeerd op lengte en volume en in die maat werden twee mantelpakjes gekocht. Verder allerlei snuisterijen en geurtjes.“

Eindelijk na acht jaar weer thuis!
30 april 1946 ging de onderzeeër O20 voor anker in Rotterdam. Niet na drie jaar, maar na acht jaar, stapte Roelf Noordhuis weer op Neerlands bodem. De trouw voor elkaar werd beloond. Vijftien juni van dat jaar bevestigden de twee gouden ringen dat. Het was feest in Stadskanaal.

Nog een keer ver weg en dan naar Sleen
Na een verlofperiode werd weer deelgenomen aan marine-activiteiten met diverse standplaatsen in eigen land. Gezien de grote woningnood na de oorlog, liet Noordhuis een luxe woonark bouwen op het ‘onderstel’ van een vrachtboot. “Geld had ik wel, keurig is mijn salaris al die jaren bijgeschreven en op rente gezet. Op deze manier kon de familie per boot mee verhuizen naar de verschillende standplaatsen!  Na enkele jaren genoten te hebben van vrouw en inmiddels ook kinderen volgde alsnog weer een uitzending van anderhalf jaar naar Nieuw-Guinea. De vindingrijke woonboot kwam nu wel heel goed van pas. De ark, zo benoemd door de familie, kreeg een aantrekkelijke ligplaats in Zuidwolde onder de rook van de stad Groningen waar de ouders van Roelina woonden. 

 

In 1970 volgde pensioen en werd afscheid genomen bij de marine als officier en wel als: R. Noordhuis - luitenant ter zee der 2e klasse- oudste categorie  bij de geneeskundige dienst. Een opmerkelijke promotie die verleend wordt op basis van buitengewone verdiensten bij het korps. Na pensionering werd ons mooie dorp Sleen verkozen als woonplaats. Gezien zijn opleiding en ervaring heeft onze marineman nog veelvuldig hand en spandiensten verricht in de apotheek bij de huisartsen Pouw en Grondsma. Maar ook ‘De Schoel’ maakte dankbaar gebruik van zijn hulpvaardigheid.

Mevrouw Noordhuis is overleden in 2001.                                              

Roelf Noordhuis, een Slener om trots op te zijn!

Bekijk alle foto's in het fotoalbum.

Tekst:  Ben Offringa

Foto's: Laura Evers en Roelf Noordhuis

 
Naar archief