Slener in the spotlight: Koos Oosting
Wie verlangt er niet naar zo’n heerlijke winter met zon, sneeuw en ijs zoals op de winterse schilderijen van de 19e-- eeuwse Andreas Schelfhout?
Op zoek naar deze sfeer ging ik op bezoek bij Koos Oosting en zijn vrouw Jantje.
Ik werd allerhartelijkst ontvangen in de hal, waar de sfeer van de schaatsen van Koos en de winterse landschappen van Jantje me tegemoet straalden.Tevens stonden hier al vele kunstzinnige zaken ter voorbereiding van het komende Zuidenveld, waarover ik hier verder natuurlijk niet kan uitweiden. In de huiskamer was er de koffie en meteen veel verhalen over de kinderen en kleinkinderen van beide kanten, waarna het doel van mijn bezoek met vele verhalen begon.
SCHAATSEN, de grote passie van Koos. De kamer lag vol met vele schaatsen, met elk weer een eigen verhaal. Te veel om op te noemen. Maar ik doe mijn best om er een aantal te noemen. Het begon allemaal toen Koos als kind door zijn vader werd meegenomen naar de ijsbaan ‘Wintervreugd’ in Emmen waar nu het zwembad is en waar zijn vader in de baancommissie zat.
Hier leerde hij schaatsen op Friese doorlopertjes en later kwamen er de tochten met de school over de kanalen naar Klazienaveen. Er volgden schoolwedstrijden, kortebaanwedstrijden en later toen hij 17 was regio- wedstrijden in het hele Noorden. Met een groepje vrienden van wie er wel eentje een auto had trokken ze rond.
Zo leerden ze ook Jan Bols kennen die ze weer volgden op zijn internationale wedstrijdescapades (herinnert u zich nog de verkeerde wissel van toen?). In 1967 was er een regiowedstrijd in het net geopende ijsstadion van Heerenveen.
Men ging er met de bus heen en Jantje zat achterin en op de terugweg naast Koos, zij hadden elkaar voor het leven gevonden. Het wedstrijdschaatsen besloeg vooral zijn jonge jaren, waarna het recreatief werd met daarbij met hun vrienden het bezoeken van Europese kampioenschappen in Deventer, Heerenveen en vanaf 1972 ook in Assen.
1986 was een gedenkwaardig jaar. Hij reed de Elfstedentocht en men trok met een hele groep vanuit Sleen naar Inzell waar Hein Vergeer wereldkampioen werd. Wat een pracht dat stadion met op de achtergrond de besneeuwde bergen in de zon. Ze hadden een spandoek mee waarop stond: ‘Oma dit was uw laken!’ Mart Smeets heeft deze tekst later gebruikt als titel voor een boekje over spandoeken.
Koos is 28 jaar voorzitter geweest van de ijsvereniging “Voorwaarts” in Sleen. Heel veel vrijwilligerswerk in het klaarmaken van de ijsbaan, het organiseren van wedstrijden en avondwandeltochten, later ook fietsavondvierdaagsen en skeelertoertochten.Jantje heeft jarenlang heel veel ijsmutsen voor de vereniging gebreid! Koos is nu nog erelid van de ijsvereniging.
De winters worden jammer genoeg warmer en het is juist zo goed als het wel een poosje streng vriest, vindt Koos. Dan wordt er van alles georganiseerd, ontmoeten volwassenen en kinderen elkaar en is iedereen blij onder de stralende winterzon. De jaren van geen vorst moeten ook niet te lang duren want dan leren de jongere kinderen niet te schaatsen, zeker nu er ook geen kunstijsbaan meer is in Assen. Dan lopen ook de verenigingen in ledenaantal terug. Hopelijk komt er snel een nieuwe kunstijsbaan in de buurt.
En nu de schaatsen op de vloer en aan de muren. Koos heeft er veel verhalen bij. Allereerst de geschiedenis van het schaatsenrijden. De oudste prehistorische schaatsen van bot zijn duizenden jaren oud. Men bewoog zich tot ver in de middeleeuwen over het ijs voort op ondergebonden dierenbotten, zich al voortduwend met twee prikstokken.
De eerste meldingen over wedstrijdjes op het ijs stammen al uit 1150 na Christus. Later werden de schaatsen gemaakt van hout en ijzer. In 1850 begon men met het organiseren van kortebaanwedstrijden, later onder invloed van de kunstijsbanen verdrongen door het langeafstandsschaatsen. De schaatsen werden hierdoor steeds verder geoptimaliseerd tot de klapschaats van tegenwoordig.
Dan komen de verhalen weer. Dit paar schaatsen is niet hetzelfde, ooit gerepareerd, kijk, ander hout. Of deze zijn korter gemaakt, dat zie je aan de klinknagels. En deze zijn als eerste door koningin Wilhelmina gedragen, gemaakt in opdracht van koningin Emma, eigenlijk zijn het chique gemaakte Friese doorlopers, die niet iedereen kon betalen, ze heten koninginnenschaatsen. En er zijn veel soorten schaatsen in de 18e, 19e en 20ste eeuw gemaakt. Koos heeft er een aantal opgehangen van nr. 1 tot 22:
1-koninginnenschaats, 2- model Wichers de Sales, 3- model A. Steeman, 4-gewijzigd model Wichers, 5-gewone Friese schaats, 6-veiligheidsdoorloper, 7-Friese doorloper, 8-Friese damesschaats, 9- klauwtje, 10-schoonrijdschaats, 11-baanschaats, 12-Friese korthals, 13-houten kinderschaats, 14-Groningse baanschaats, 15-Nederlandse baanschaats, Fries model, 16- Westfriese schaats, 18-Halifexschaats, 19-Brabants klompje of bootje, 20- Friese rugschaats, 21-Friese laagspringer, 22-Friese schaats.
Daarnaast zijn er de in de 20ste eeuw ontwikkelde aluminium onderklemschaatsen en de schoenschaatsen die nu bijna iedereen gebruikt, evenals de skeelers. Waar de schaats oorspronkelijk is ontwikkeld weten we niet, wij Nederlanders claimen het net zo hard als de Scandinaviërs of de Amerikanen, onze voorouders hadden de botjes al in heel Europa. En zo weten we al weer heel wat meer over de passie van Koos; de schaatsen. Voorheen had Koos als beroep timmerman en hij kan deze vaardigheid nog dagelijks gebruiken bij het helpen van Jantje met haar creatieve objecten!
Deze Sleners in de spotlight en ondergetekende wensen u Fijne Feestdagen en veel Geluk in het Nieuwe Jaar!
Voor alle foto's: klik hier!
Verslag en foto's: Ton Trompert.