Slener in de spotlight: Teun van Nee
Ik bel aan bij huize van Nee en Teun doet met een vriendelijke glimlach de deur open. Mijn ouders wonen naast echtpaar van Nee en ik twijfel of meneer van Nee mij wel herkent. “Jij bent toch de oudste van de dochters”, zegt Teun meteen. “Kom even binnen joh”, vervolgt hij. Ik kwam alleen even langs om een afspraak te maken voor het interview en belangrijker om Teun te vragen of hij überhaupt mee wil doen met ‘Slener in de Spotlight’, maar ik word terecht even in een versnelling lager gezet en besef me dat niet alles snel hoeft. Mevrouw van Nee is ook aanwezig en ze wijst mij een stoel waar ik plaatsneem. “Ik ben hier om u te vragen of u mee wilt doen aan een interview voor Sleen.nu”, zeg ik tegen Teun. “U hebt volgens ons nogal een bewogen en intrigerend levenspad bewandeld en wij zouden u daarom graag in de spotlight willen zetten”, voeg ik eraan toe.
Het antwoord dat meneer van Nee mij dan geeft, omschrijft deze vriendelijke man in één enkele zin. Hij zegt: “Dan moet je niet bij mijn zijn, maar bij mijn vrouw, zonder haar ben ik niets.” Ik smelt van dit antwoord en zeg hem dat mevrouw van Nee dan uiteraard ook bij het interview aanwezig mag zijn. “Dan doe ik graag mee”, zegt Teun en voor ik het weet pakt hij een boek uit de kast genaamd ‘van Needam Roots’ de achternamen van hem en zijn vrouw. Voordat hij van wal kan steken over dit boek, begrijpt mevrouw van Nee dat dit nog niet het moment is voor dit verhaal en ze zegt tegen Teun dat ik hier nu niet voor kom. Maar het enthousiasme en de jongensachtige energie die Teun heeft, bevestigen mij dat hij de perfecte kandidaat is voor een bijzonder interview.
Dat ik zelf net als ondernemer gestart ben, maakt dat ik nog enthousiaster word van het feit dat ik Teun mag interviewen. Hij is erg succesvol (geweest) als ondernemer en ik ben nieuwsgierig naar zijn achtergrond, dromen en manier van denken. Ik herinner me dat ik tijdens een erg koude dag met de fiets de oprit bij mijn ouders opkwam en Teun begroette die bij de brievenbus stond. “Niet normaal hoe koud het is”, klaagde ik tegen Teun. Teun zei: “heerlijk toch, lekker frisse neus halen zo.” Dit deed me direct inzien dat Teun een bepaalde positieve manier van denken heeft en ik ben nieuwsgierig hoe deze mindset hem geholpen heeft als ondernemer, maar ook in de rest van zijn leven.
Dinsdag 10 maart stap ik samen met Ton bij meneer en mevrouw van Nee binnen. Ton komt de foto’s nemen, maar zal mij ook even ondersteunen bij het eerste interview dat ik afneem voor ‘Slener in de Spotlight’. Dit zorgt er wel voor dat ik iets minder zenuwachtig ben. Al weet ik na vijf minuten niet meer waarom ik zenuwachtig zou moeten zijn, want ik heb meteen al door dat Teun ontzettend veel te vertellen heeft.
Hij begint het gesprek zelf door te zeggen: “Gerry vindt dat ik altijd veel te veel praat, dus als mijn verhaal te lang is dan moet je me onderbreken hoor.” Dit belooft wat denk ik. Ton en ik installeren ons aan de tafel en Teun haalt ondertussen een A-viertje met tekst voor ons tevoorschijn. “Ik ben graag voorbereid en anders dwaal ik tijdens het gesprek misschien te ver af”, zegt hij en hij overhandigt ons ‘de chronologie van de belevingen van Teun van Nee’. Belangrijke gebeurtenissen gerangschikt op jaartal, dit biedt mij direct een paar handvatten.
Helder van geest, met veel humor en met een bijna kinderlijke energie, zo zou ik meneer van Nee direct omschrijven. Maar ook zijn intelligentie, wijsheid en op een goede manier aanwezige karakter zijn niet te missen tijdens ons gesprek.
Teun van Nee (84) en Gerry van Dam (81) zijn al samen sinds 1957 tijdens het begin van Teun zijn examenjaar op de HTS. Teun vertelt dat hij tijdens dit examenjaar wordt opgeroepen voor militaire dienst, hier ging hij met de nodige tegenzin naartoe. Hij moest op de militaire basis in Voorschoten gekeurd worden voor de Marine, maar wilde liever bij de landmacht, omdat hier maar achttien maanden voor stond en voor de Marine twee jaar. Hij wilde natuurlijk niet te lang bij Gerry wegblijven. Gelukkig was hij te lang voor de onderzeeër, maar hij zou aan de slag kunnen als technische man op de werf. “Ik zei dat ik beslist niet bij de Marine wilde, maar hier namen ze geen genoegen mee. Dus toen moest ik in gesprek met de psycholoog in Voorschoten. Hier kon ik natuurlijk niet zomaar zeggen dat ik gewoonweg niet twee jaar in dienst wilde, dat had ik al wel door, dus dat heb ik toen op ingenieuze wijze weten te omzeilen”, vertelt Teun. “De psycholoog vroeg mij om op te schrijven wat er allemaal in mij omging en ik maakte een prachtig fantasieverhaal over planten en bomen en dieren, maar liet het water buitenspel”, vertelt hij. Uiteindelijk lukte het Teun en kwam hij bij de landmacht terecht. “Daar kwam ik toch maar mooi geruisloos mee weg”, zegt hij met een grote grijns. Teun wist dus toen al hoe hij zijn eigen pad moest volgen en hoe hij dit moest bereiken. Niet bang om voor zichzelf te gaan staan.
Tijdens zijn diensttijd van december 1958 tot en met september 1960 bij de landmacht leert hij pas echt hoe mensen in elkaar zitten. “Je moet je voorstellen dat je 24/7 samen bent met allerlei creaturen uit verschillende steden en met diverse rangen en standen. Als 20-jarige ben je je net helemaal aan het vormen, dit is natuurlijk een grandioze tijd om jezelf op de kaart te zetten en te leren hoe anderen in elkaar zitten en functioneren. Hier heb ik echt ontzaglijk veel mensenkennis opgedaan”, zegt Teun.
Teun zijn vader was smid in Windesheim en runde samen met zijn moeder een familiebedrijf dat toen al 250 jaar bestond. Hij heeft twee broers en één zus. Zijn ouders zagen Teun als logische opvolger van het bedrijf. Teun was de oudste van de vier kinderen en hij droeg dezelfde naam als zijn vader, één en één is twee zou je denken, maar niet voor Teun. Hij wilde helemaal het bedrijf niet overnemen, nee hij wilde naar Amerika! Hij had tijdens en na de oorlog gezien hoe groots en wijs die Amerikanen waren en hij wilde het land ontdekken en op avontuur. Maar toen gooide Gerry, of eigenlijk Gerry haar ouders, roet in het eten. De ouders van Gerry wilden niet dat hun enige dochter zou gaan emigreren en hier stagneerde dan ook het plan van Teun om naar Amerika te gaan. Echter besloot hij toen alsnog niet om het bedrijf van zijn ouders over te nemen. Hij wilde de techniek in en hij solliciteerde, voor de eerste en enige keer in zijn leven, in Groningen, bij een bedrijf dat handelde in aandrijvingssystemen. Het stuk van het verhaal dat nu volgt, geeft mij een kijkje in de ondernemersmentaliteit van Teun. Wat het kan betekenen als je een missie en een doel hebt en hier voor de volle 100% voor durft te gaan. Als je lef toont en volledig in jezelf en je talenten gelooft.
Teun solliciteerde dus bij het bedrijf in Groningen en vroeg aan het einde van het sollicitatiegesprek wat zijn loon zou worden. De eigenaar zei dat het baantje hem 400 gulden zou opleveren. Niet slecht voor die tijd, maar Teun had hier een ander idee over. Hij vertelde de eigenaar dat hij niet voor minder dan 600 euro voor hem wilde komen werken. De eigenaar lachte dit weg en stuurde Teun zonder baan naar huis. Een paar dagen later kreeg Teun telefoon. Het was de eigenaar van het bedrijf uit Groningen, hij wilde toch graag dat Teun voor hem kwam werken, voor die 600 euro. “Helaas ik heb al een andere baan gevonden”, loog Teun en hij hing op. Teun had andere plannen in zijn hoofd gekregen, want wat ze bij dat bedrijf in Groningen deden, dat kon hij zelf ook wel en nog beter. Hij legde zijn ideeën voor aan Gerry en samen maakten zij een plan. Ze kregen samen een visie en hadden een missie, ze wilden gaan ondernemen.
Samen met Gerry vond hij een geschikt pand gelegen aan de Havenstraat in Schoonoord. “De geschiedenis van de totstandkoming van dit pand heeft nog een bijzonder verhaal”, zegt Teun. Er was ooit in Sleen een burgemeester genaamd van Rooijen. Deze van Rooijen reisde op een dag met de auto voor een afspraak naar Amsterdam, maar kwam hier door een ongeval te water. Gelukkig werd hem hulp geboden door een man genaamd van Tellingen. Deze meneer van Tellingen had een bedrijf dat gespecialiseerd was in het maken van stalen ledikanten en matrassen. Burgemeester van Rooijen was meneer van Tellingen zo ontzettend dankbaar dat hij tegen hem zei: “Als ik ooit eens iets voor u kan betekenen dan sta ik voor u klaar.” Dit kwam voor meneer van Tellingen goed uit toen hij in 1950 naar Sleen kwam en graag een fabriek in de omgeving wilde voor zijn matrassen en ledikanten productie. Van Tellingen nam contact op met van Rooijen en zei dat hij een pand zocht. Na wat spanningen hierover in de gemeenteraad kreeg van Rooijen het voor elkaar om een pand met een huis voor van Tellingen te bouwen in Schoonoord. Dit is het pand waar, na een aantal andere ondernemers, Teun en Gerry hun bedrijf Drefa begonnen.
Voordat Teun en Gerry mochten gaan samenwonen en ondernemen gingen ze natuurlijk trouwen en dit deden ze met veel liefde in 1961. Ze hadden geen geld, maar wel ambitie en een duidelijk doel voor ogen. Ze namen een starterskrediet en begonnen zo hun eigen bedrijf in staalmeubelen en bibliotheeksystemen en later in laboratorium meubilair. Terwijl Teun veel reisde om de producten aan de man te brengen, coördineerde Gerry vanuit huis het bedrijf. Ze hadden inmiddels al een man of zes in dienst voor de productie en de zaken liepen goed. In 1962 werd oudste zoon Gerard geboren en in 1967 volgde zoon Richard. Beide ambitieuze en intelligente mannen die hun eigen pad volgden, maar waarvan later op zijn 28ste zoon Gerard toch graag in het bedrijf bij zijn ouders wilde komen werken. In 2003 neemt Gerard Drefa officieel over en volgt hij Teun op.
Ik vraag Teun wat hij graag in zijn vrijetijd doet en hij vertelt dat hij veel rondreist met Gerry, graag rijdt in zijn Lexus en dat ze een tijd intensief gegolfd hebben. “En welke dromen hebben jullie nog?”, vraag ik. “Dat al onze kleinkinderen (dit zijn er maar liefst 7 in totaal, 2 jongens en 5 meiden) gezond mogen zijn en we mogen meemaken dat zij hun dromen waarmaken”, zegt Gerry. Hier komt ook het boek ‘van Needam Roots’ terug naar voren. Dit boek blijkt een speciaal door Teun en Gerry geschreven familieboek voor kinderen en kleinkinderen te zijn. Met al hun wijze lessen, valkuilen, dromen, talenten, verhalen en met treffende lijfspreuken voor hun kleinkinderen, waaronder deze die mij erg inspireert: ‘Dank God voor jou zijn, bid om gezondheid, geef liefde, wees eensgezind en buit al jouw talenten uit.’ Ik mag het boek, begrijpelijk, niet mee naar huis hebben om te lezen, want het is echt privé. Maar het stuk waarin Gerry schrijft over hun ontmoeting mag ik in dit interview letterlijk citeren.
In augustus 1957 was er dorpsfeest in Windesheim en samen met Annie ging ik daar naartoe, want in de grote feesttent werd door de Zwolse groep “de Geselle van Spele” een cabaretvoorstelling gepresenteerd. In de pauze liep ik even met Annie rond en daarbij werd ik pal voor de ingang van de tent door een mij totaal onbekend persoon, die in het gezelschap van enkele anderen was, op een zéér vriendelijke wijze aangesproken. Tot mijn grote verbazing stelde hij zich eerst op een ridderlijke manier voor, begon zomaar tussen al die anderen een amicale discussie met mij over wat ik deed, waar ik woonde, hoe ik heette en juist voor de start van het cabaret na de pauze zei hij mij, zonder een antwoord af te wachten, dat hij mij na afloop van de voorstelling wel even naar huis zou begeleiden. Samen met Annie gingen wij weer op onze plaatsen zitten en stòmverbaasd als ik toen was, kan ik nu niets meer vertellen over het cabaret-programma ná de pauze! Na afloop liep ik “vol verwachting” de feesttent uit en warempel, daar zag ik hem weer: DE PRINS VAN MIJN DROMEN!
Voor wie denkt dat Teun en Gerry nu rustig met pensioen zijn en alleen maar rondtoeren in de grote trots van Teun, zijn Lexus, die hebben het mis. Er zit veel te veel levensenergie in deze twee mooie mensen om alleen maar rustig thuis te zitten en rond te toeren. Ik denk mijn laatste vraag te stellen als ik zeg: “Werken jullie nog steeds of zijn jullie helemaal klaar?”, maar deze vraag is het begin van een heel nieuw gesprek met fascinerende verhalen. Zo helpen Teun en Gerry overlevenden van de oorlog met het zoeken naar iets tastbaars van overleden of zoekgeraakte familieleden. Ze worden benaderd door deze overlevenden en gaan dan samen als een soort onderzoek duo op zoek naar bewaard gebleven familiestukken of verhalen, in de hoop hiermee de overlevenden te kunnen helpen een stukje rust te vinden.
Ook speurden Teun en Gerry in 2009 een oude studievriend op in de Griekse havenstand Piraeus en hielpen ze deze man, genaamd Jan, zijn leven weer op te bouwen. Dit nadat hij aan de grond geraakt was door een bombardement tijdens een oorlog in het Midden-Oosten in Beiroet en hij hierdoor alles verloor. De details van dit fascinerende verhaal zijn helaas te lang voor dit interview, maar gelukkig gaat Teun hier zelf een boek over schrijven. Wordt vervolgd dus… zoals eigenlijk alle verhalen in het leven van Teun.
Daarnaast is Teun altijd actief betrokken geweest bij projecten in Sleen en was hij onder andere maatschappelijk betrokken door diverse bestuursfuncties in de zorg. Als voorzitter van Het Elertsveld heeft hij destijds gezorgd voor de totstandkoming van de huidige De Schoel in Sleen. Hij bedacht samen met Luuk Houkes het plan om op de plek van de oude kleuterschool in Sleen een dependance te laten bouwen omdat er steeds meer vraag naar opvangplekken in de buurt ontstond. Een architect uit Steenwijk stelde het hele plan op, alleen de gemeente zag het nog niet zitten om dit plan te financieren en er stonden nog een aantal schuren op het terrein die ze niet gesloopt wilden hebben. Teun stapte toen naar de woningstichting omdat hij wist dat daar meer geld te halen was. Hij benaderde zijn goede contact dhr. Siderius, burgermeester en voorzitter van de woningstichting Sleen/Zweeloo en stelde hem het plan voor. Toen dhr. Siderius later vanuit de directie van de woningstichting de vraag kreeg om het pand te laten bouwen, was deze deal natuurlijk al zo goed als rond. Zo begonnen ze aan het hoofdgebouw van De Schoel en volgde een aantal jaren later, samen met de bouw van De Korenhof in Aalden, de rest van de bouw van het originele plan.
Je leest het al, Teun en Gerry zitten nooit stil en hebben ook nooit stil gezeten. Ze zijn ontzettend energiek, betrokken en wat het meest opvalt een goed team. Zonder Teun geen Gerry en zonder Gerry geen Teun. Zo was het en zo is het nu nog. Zoals je zult begrijpen is dit nog niet de helft van alles dat Teun te vertellen had. Wat kan deze man praten en wat heeft hij een fascinerend leven. Misschien moet er ooit maar eens een deel twee van dit interview komen, zodat we al zijn verhalen kunnen opschrijven.
Voor nu sluit ik dit verhaal graag af met een mooie quote die dit prachtige stel ten volle leeft en zelfs ingelijst aan de muur heeft hangen. Namelijk: ‘Wat je met liefde doet, gaat altijd goed.’
Tekst: Sabrina Kregel
Foto's: Ton Trompert