Slener in de spotligh: Hans Bonhof
Voor deze Slener in the spotlight heb ik een gesprek met Hans Bonhof, wijkagent in Sleen, niet woonachtig in Sleen, maar wel heel vaak in Sleen te vinden door zijn werk. Een politieman in Drenthe, niet hier geboren, maar wel helemaal ingeburgerd. Zijn drijfveer was en is nog steeds: mensen helpen. “Er wordt gauw een oordeel gegeven en krijgen mensen een etiket opgeplakt. Maar ik zeg eerst maar eens afwachten. Er zit altijd wat goeds in mensen!” Een wijze uitspraak van een echte politieman.
Hans woont met zijn vrouw aan de Burgemeester Legroweg in Zwinderen. Enkele kilometers buiten het dorp Zwinderen weliswaar en als je doorrijdt ben je snel in Dalen. Ze wonen heel landelijk en op het moment dat ik binnen sta en we naar buiten kijken door het raam aan de achterkant, kijken we op een groot erf. Met heel veel dieren o.a. bijzondere kippen, en dwerggeiten en een heel grote tuin met niet alleen bloemen maar ook een behoorlijke moestuin, met o.a. bieten, prei en bonen, en fruitbomen.
Vlakbij water zowel aan de voor- als aan de achterkant. Heel vrij gelegen op een mooie rustige plek. Het is de vijfde plek waar ze nu wonen in Zwinderen. Hans heeft altijd dieren gehad, in de vorige boerderij hadden ze Lakenvelder koeien. Het was altijd voor de hobby. Ze hebben ook een stuk of acht damherten gehad. Hij heeft er nog over gedacht om op de plek waar ze nu wonen lama’s of pauwen te nemen, maar dat is niet doorgegaan.
De politieschool
Hans is geboren in Breukelen tussen Utrecht en Amsterdam en op zijn 18e heeft hij besloten om bij de politie te gaan. “Ik wilde eerst dierenarts worden maar toen veranderde de Mammoetwetgeving wat het onderwijs betreft en werd het modern onderwijs, ik zat precies op de scheiding en dat wisselen ging mij niet goed af en kon ik die specifieke vakken niet doen op de Havo. En toen was het of ik word dierenverzorger of ik ga mensen helpen”, legt Hans uit. Hij heeft voor de mensen gekozen en is op zijn 18e naar Baexem verhuisd in Zuid-Limburg bij Roermond. Daar stond de politieschool voor de rijkspolitie dat was een oud klooster. Daar zat hij een jaar intern, alleen in het weekeind kon je naar huis. Op de doordeweekse dagen werd altijd het uniform gedragen behalve bij het sporten. Het was een heel streng regime. In een jaar moest je alles leren. De wetten moest je letterlijk uit het hoofd leren. Hans: “in die tijd had je nog heel veel wetten, meer dan nu. Je had een vogelwet, een veewet enzovoorts. In het jaar nadat ik van die politieschool kwam, was ik politieman. Ik had nog geen rijbewijs; niks. Ik moest zo de wijde wereld in voor het eerst in uniform”.
Hans had geleerd dat je iemand bekeurde op een parkeerterrein en was dat over een hengel, dan ging het over de visserijwet, en ging het over een zende (zeis), dan had je te maken met de wegenverkeerswet. Een aparte opleiding volgens Hans, de jongste leerling was 17 jaar en de oudste was 54 jaar, en er zaten ook sergeant commando’s bij. Een heel divers gezelschap van alle rangen, standen en leeftijden. Hans vond het heel leuk en had ook niet veel moeite met leren. Het ging hem daar voor de wind. Na dat jaar werd hij op zijn 19e verplaatst naar Maartensdijk (Utrecht). Dat was dicht bij zijn ouders en wel makkelijk omdat hij toen nog geen rijbewijs had (moest op de bromfiets). Daar heeft hij een jaar gezeten onder de hoede van een mentor en daarna werd hij, nog steeds als jongste categorie zoals ze dat noemden, overgeplaatst naar een grotere plaats; naar Leusden en daar heeft hij tot zijn 28ste gezeten.
De rellenpolitie
In die tijd heeft hij bij de rellenpolitie (Mobiele Eenheid) gezeten. Tegenwoordig heb je de DSI (Dienst Speciale Interventies) maar dat was er toen nog niet. Je had de ME en speciale troepen van de ME. Hans zat bij de speciale troepen en heeft alle kroningsrellen, twee treinkapingen, gijzelingen, krakersrellen, voetbalrellen en het grootste oproer in Nederland, de anti-atoomdemonstraties meegemaakt. "Het was wel spannend eigenlijk. “Je kwam na een week terug, een paar dagen vrij en dan moest je iemand bekeuren die fout stond geparkeerd bij een verkeersbordje. Het verschil was wel heel groot, of naar een burenruzie, dan moet je echt wel kunnen schakelen”.
Hoe ging dat bij die treinkapingen? Hans vertelt: “We stonden naast de mariniers en moesten de cirkel veilig houden op 100 meter van het terrein zoals bij de school in Bovensmilde en het provinciehuis. We zaten in die dorpen om de zaak veilig te houden. En bijzonder was, je had toen nog geen beschermende kleding!”
En over de voetbalrellen zegt Hans, “Het was elk weekeind raak, elk weekeind moest je naar een club. Tegenwoordig zeggen ze dat er veel geweld is, maar toen was het veelvuldig en elk weekeind slaan".
Overplaatsing naar Drenthe en voetbal
Op zijn 28ste is hij verhuisd naar Drenthe. Inmiddels was hij getrouwd en wonen ze nu 40 jaar in Drenthe. Na 10 jaar mocht hij kiezen of hij een rang hoger wilde en dan moest je solliciteren. Hij wilde niet naar het westen van het land dat had hij wel al gezien. Dus ze besloten om naar Noord-Nederland te verhuizen en Hans ging solliciteren op posten in o.a. Zuidlaren, Geesbrug en Appelscha. En dan maar wachten tot je opgeroepen werd. En zo kreeg Hans bericht dat hij naar Geesbrug moest in Drenthe. Hij heeft gezocht waar het was en kon het eerst niet vinden. Geesbrug stond toen nog slecht bekend, maar ja ze bakken overal brood, zegt Hans.
Dus zo is Hans met zijn vrouw aanbeland in Geesbrug en werd hij rayoncommandant van de post Nieuwlande en Geesbrug. En dat viel weer onder het groepsbureau Sleen en zodoende kwam hij in 1984 al in Sleen terecht. Helmantel was daar toen de baas en verder werkte daar Marinus Aalderink. “Met je diensten reed je toen ook al door Sleen”, vertelt Hans. Omdat er geen woning beschikbaar was in Geesbrug zijn ze eerst in een zomerhuisje in Zwinderen gaan wonen bij het zwembad. “Ik had een tijdelijk bureautje, een unit in Geesbrug van waaruit ik werkte met drie mensen. En ik ben een voetbaldier”, vertelt Hans, “Ik heb versleten knieën omdat ik zoveel gevoetbald heb. Ik ben naar Geesbrug gegaan en heb gezegd ik wil hier wel komen voetballen maar ik kom alleen als ik hier jeugdtrainer kan worden”. En zo werd hij daar trainer en later nog hoofdtrainer, maar hij is ook trainer geweest bij sc. Erica, VIOS en Zweeloo. Tot zijn 57ste was hij actief als trainer. Hij heeft ook zelf gevoetbald bij VCG in Geesbrug in het eerste. En waar hij trainer was voetbalde hij ook. “De meeste mensen kennen mij van voetbal”, zegt Hans, “Ik ken de jeugd ook allemaal, alles wat onder de veertig is, ken ik van voetbal”.
Hij was thuis de enige die voetbalde. Hans komt uit een gezin van elf kinderen, zijn vader was bloemist. Dat was toen geen vetpot, Hans is met bloemen opgegroeid.
Pensioen?
Ondertussen is hij bijna 50 jaar politieman. In januari 2024 is het 50 jaar. Hij had al met pensioen kunnen zijn maar hij heeft gevraagd om door te mogen werken. Aanvankelijk was dat niet mogelijk, later bleek dat het toch wel kon omdat men inzag dat er personeelstekort kwam. Hans werkt nu 32 uur; dat betekent 3½ dag werken, 3½ dag vrij en daarnaast werken in de tuin en zorgen voor de dieren. “En zo kan ik het allemaal makkelijk doen. Ik ben ook nog scriba van de kerk. Als je druk bent, kun je ook veel aan”, zo verklaart Hans al die bezigheden.
Hans woont samen met zijn vrouw Coby. Zij is werkzaam op de afdeling financiën bij de gemeente Coevorden. Ze hebben twee kinderen, de oudste dochter is dierenarts. “Wat ik niet werd, is zij wel geworden”, zegt Hans. “Ik denk ook wel dat het daardoor komt”. En de jongste studeert in Groningen astrofysica. Ze hebben een leuk vooruitzicht, want de oudste, Lisa gaat over twee maanden trouwen.
Mensen helpen
In Zwinderen zijn ze vijf keer verhuisd. En hoewel hij zelf geen Drents spreekt, kan hij het goed verstaan. “En het gebied ken ik beter als de Drent”, zegt hij met overtuiging. “Ik ken erg veel mensen, ook door het voetballen en door mijn manier van werken. Als ik over straat rijd en er loopt iemand, dan ga ik er niet langs maar dan stop ik en vraag hoe het er mee is. Dat is tegenwoordig niet meer zo", voegt Hans er aan toe. Hij is erg mensgericht. Het werk is door de jaren wel veranderd met alle moderne middelen maar hoe je met mensen omgaat dat ligt aan jezelf vindt Hans.
Wat is er zo leuk aan het beroep van politieman? Hans: “Als politieman heb je erg veel vrijheid en je werkt met mensen. In 80% van de gevallen help je mensen en voorkom je dat het slecht met hen gaat. En er is geen dag hetzelfde. Ik verveel me nooit en ook niet in deze omgeving want het is super mooi hier”.
Hans heeft leuke en minder leuke zaken meegemaakt in zijn werk dat hoort er nu eenmaal bij. Over de meeste dingen vertelt hij thuis niet. Want hij vindt dat hij bij de politie is en zijn vrouw niet. En erge, dramatische gebeurtenissen kan hij meestal goed verwerken. Hij is door de jaren wel harder geworden vindt hij zelf. “Als je je alles aantrekt moet je niet bij de politie gaan, maar dan kun je beter bakker worden”, zegt hij. “Ik ben bewust politieman geworden en misschien dat 30% leed is en 70% de andere kant. Een zelfmoord is niet mooi en daar moet je inderdaad tegen kunnen. Als een collega het niet aankan, dan moet je ervoor stappen en het even overnemen”, zegt Hans. Bij een slechte boodschap heeft hij er geen moeite mee om er desondanks op af te stappen, ook niet als hij de mensen goed kent.
Mensen helpen is het leukste aan het werk. Bijvoorbeeld bij een burenruzie. Als je er dan tijd aan hebt besteed en drie jaar later ze opnieuw treft en dan goede vrienden zijn. “Dat doet me goed”, zegt Hans.
De veen-Drent en de zand-Drent
Zwinderen is een oud dorp met ruim 400 inwoners. Binnenkort wordt het 805-jarig bestaan gevierd. Het is een dorp met veel oude boerderijen. Hans heeft ook in zo’n monumentaal pand gewoond. Het restaureren gaf vanwege de status de nodige beperkingen. Zwinderen heeft een zwembad, een dorpshuis en veel actieve vrijwilligers, ondanks de vergrijzing.
Hoe kijkt Hans aan tegen de Drenten? “Een Drent is gemoedelijker dan de mensen in het westen, de Drenten zijn meer afwachtend. En dan heb je nog veendorpen en zanddorpen”, vervolgt Hans. ”In de zanddorpen zijn mensen nog wat meer afwachtend. In de veendorpen zoals Geesbrug, uit armoede ontstaan in de jaren ’60, was er nog veel laaggeletterdheid en alcoholgebruik. In het weekeind was er vaak gedoe en altijd ruzie”. Door de voetbal kwam Hans er redelijk goed tussen. “In de veendorpen hebben de mensen hun mening snel klaar en sommigen hadden de handen snel los en dan moet je weleens bijschakelen”, zegt Hans. Hij was wel wat gewend en kon er redelijk goed mee om gaan. Door de scholen, die hij bezocht, kon hij het verschil heel goed merken en tegelijk de stand van zaken in het dorp inschatten. De verschillen waren soms best groot vooral in de eerste 10, 15 jaar. Een heel verschil of je op de school in het veen of op een school in Sleen kwam. En dat merkt hij nog steeds een beetje, vindt hij.
Is er iets wat hij zou willen veranderen? “De sluitingsuren naar beneden brengen”, noemt Hans. ”Dat heeft veel invloed bij de jeugd op het drankgebruik en het verloop van het weekeind”. De gevolgen op latere leeftijd bijvoorbeeld na 40 jaar vindt Hans zeer zorgelijk. Hij vergelijkt het met de situatie in Engeland, waar op een later moment hele bevolkingsgroepen niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen door b.v. Korsakov. Dus zorgwekkend met het oog op de gezondheid van mensen maar ook alle overlast die er uit voortkomt. “90% van alle huisconflicten, mishandeling, diefstal, komt allemaal door drank. Bijna 4½ miljoen mensen zijn verslaafd aan alcohol in Nederland”, zegt Hans beslist. " Als je jong bent en aan de alcohol en je wilt een gezin beginnen dan gaan je kinderen ook aan de alcohol. Het werkt hetzelfde als bij roken". Daar ziet Hans voor de overheid nog wel een taak en dit zou meer aandacht moeten hebben.
Voorlichting
Hans geeft ook voorlichting op scholen. Hij heeft nu nog 9 scholen waar hij komt. Alle scholen in het noorden van de gemeente. Op de scholen tijdens de voorlichting waarschuwt Hans de kinderen ook voor de gevaren van alcohol misbruik. Hij kent alle kinderen, dan wel niet van naam maar ze kennen hem wel allemaal. Hij heeft best wel invloed op de kinderen met dat wat hij vertelt. Hij komt in uniform en brengt het wat levendig, met handboeien en oefen-pepperspray enz. De kinderen vinden het geweldig. Op elke school komt hij ongeveer 5 keer in het jaar in de verschillende groepen. Hans publiceert maandelijks de politieberichten op Sleen.nu. Hans maakt een selectie van al hetgeen er is gebeurd in zo’n maand en niet alles wordt gedeeld. De publicatie gebeurt op verzoek van Sleen.nu. Ook in andere dorpen, zoals Zweeloo en Schoonoord wordt dit zo gedaan. Soms gaan de berichten vergezeld van waarschuwingen om bijvoorbeeld op te passen voor zakkenrollers e.d. Het is om elkaar op de hoogte te houden en als preventiemaatregel. Met dezelfde bedoeling bezoekt Hans ook vrouwenverenigingen, ouderenverenigingen en o.a. zorgcentrum “de Schoel” en het MFC. Hij geeft dan voorlichting met filmpjes over alles wat de politie zoal doet.
Verveling?
Hans wordt 68 jaar dit jaar. Vanwege de beperkingen met zijn knie gaat hij doorwerken tot 21 maart 2023 en gaat dan met pensioen. Hij had nog wel de 50 jaar willen volmaken, maar dat zit er niet in door zijn beperking. Voorlopig wil hij nog even niet denken aan pensionering. Hij heeft voldoende bezigheden in en om het huis dus vervelen zal hij zich zeker niet. “En ik kan ook altijd nog bij een boer gaan werken”, zegt Hans. “Lekker op de trekker zitten. Ik heb in mijn jeugd ook altijd al bij een boer gewerkt”. En blijven ze hier wonen? “Ja, we blijven hier wonen, de familie is jaloers op de plek waar we wonen”. Een grote cruise maken is aan hem niet besteed. Ook zijn vrouw voelt zich thuis op het platteland. “Verveling is des duivels oorkussen”, zegt Hans. "Maar vervelen doen we ons allebei niet".
Tekst: Gienus Woldring
Foto's: Gerard de Haan