Roelie Otten en Koos Oosting in de spotlight
Er is weer een nieuwe Slener in de spotlight! Dit keer staan maar liefst twee Sleners centraal. Het zijn Roelie Otten en Koos Oosting, de legendarische kopstukken van de Slener ijsvereniging.
IJsvereniging “Voorwaarts” in Sleen viert dit jaar haar honderdjarige bestaan. Twee oude rotten, doorgewinterde schaatsers en vrijwilligers in hart en ziel bij deze vereniging zijn Roelie Otten (77) en Koos Oosting (77), beiden uit Sleen.
Hoe raak je verzeild bij een ijsvereniging?
Koos vertelt: “Ze hebben mij een keer uitgenodigd omdat ik in het verleden al eens de boeken had gecontroleerd. Dat was toen nog bij Henk Steenbergen. Willem Ruinemans was toen voorzitter, Tinus Hilbrands secretaris en Jan Stock, de penningmeester”. Koos zat in die tijd in de baancommissie en stond bekend als sportminded schaatser en fietser. Roelie vult daarop aan: “Vroeger had je een bestuur en een baancommissie. Op een zeker moment is dat veranderd en is iedereen bestuurslid geworden. Geen gezeur. Dan kon je ook meestemmen”.
Koos heeft ongeveer 30 jaar in het bestuur gezeten tot ongeveer 10 jaar geleden. De voorzittersfunctie kwam op zeker moment vrij. Koos: “En dan moet je het leren, wat moet je doen? En wat doe je goed en doe je niet goed?”. Men was al gestart met de avondvierdaagse fietsen. Dat werd eerst georganiseerd door de middenstand/VVV en vervolgens werd dat opgepakt samen met de ijsvereniging.
Roelie: “Ik ben in 1985/1986 bij de ijsvereniging gekomen en waarom? Omdat ik veel schaatste. Ik heb de Elfstedentoertocht geschaatst en vele andere toertochten. Overal, samen met Willie Brinkman, Gezinus Zwols, Wim Schonewille en Riekus Ziel. In Leek, Paterswolde, 100 rondes en 50 rondes en de Holland-Venetiëtocht. En toen zagen ze mij schaatsen op de ijsbaan en dacht men; bliksem Roelie Otten moeten we bij de ijsvereniging hebben”.
De fietstochten en skeeleren
Koos vertelt over de fietstochten: “Hendrik de Vries had bordjes gemaakt, het ene wat groen, het andere was een stukje af en dan was er een stukje hardboard waar Sleen opstond. Ik zei, jongens, dat is niks met zulke bordjes. Op zeker moment hield Hendrik de Vries er mee op. En toen ik eens terugkwam van het werk lag er een partij bordjes bij de voordeur. Ik zei wat is dit? Ik heb maar eens met Tinus Hilbrands en Jan Stock overlegd en we zeiden tegen elkaar dat is niks. We maken nieuwe bordjes”. En terwijl Roelie de koffie inschenkt, memoreert Koos dat ze tussendoor ook nog lange fietstochten hebben georganiseerd met afstanden van 30, 50, 100 en 150 km. Toen de belangstelling voor de langere fietstochten afnam, hebben ze nog skeelerwedstrijden georganiseerd. Met een draaiboekje van de skeelerbond gingen ze in overleg wat er allemaal komt kijken voor het opzetten van skeelertoertochten zoals de beschikbaarheid van motorrijders, fietsers, EHBO enzovoort.
De eerste skeelertocht was 50 km met een start en finish bij de sporthal en met voorrijders erbij op de fiets. In het begin waren er wel 100 tot 150 man aan deelnemers waar onder ook coryfeeën zoals Ruitenberg, Kleinjans, Hulzebosch en Hilbert van der Duim. Op een gegeven moment was de belangstelling voor skeeleren afgenomen en ligt het skeeleren volgens Roelie en Koos nu op zijn gat.
De Elfstedentocht en van jongs af aan
In het jaar dat Evert van Benthem de Elfstedentocht won, heeft Roelie meegedaan aan de toertocht. Roelie: “ik had daarvoor al 200 km in Finland geschaatst: de alternatieve Elfstedentocht samen met Gerrit Lahuis. En ik heb ook een keer de alternatieve Elfstedentocht geschaatst in Canada en daar hebben we meteen maar een vakantie van gemaakt”.
Het schaatsen gebeurde vroeger op de ijsbaan in Meppel, zijn geboorteplaats. Ze woonden eerder vlakbij het spoor en daar in de buurt was de spoorsloot en daar kon je geweldig schaatsen. En daar heeft Roelie als kind het schaatsen geleerd. Hij was nooit bij een ijsvereniging toen.
Koos zat bij ijsvereniging ZWD in Havelte en ging met andere jongens mee op zaterdagmorgen trainen in Assen. Koos komt uit Angelslo. Het schaatsen is voor hem ook begonnen op sloten en op de ijsbaan gelegen op de plek van het oude zwembad in Emmen. Van jongs af aan werd er geschaatst. Als er maar ijs was dan gingen we. Koos heeft ook aan wedstrijden meegedaan o.a. op het Zandmeertje in de Emmerdennen. Koos vertelt dat hij zijn vrouw heeft leren kennen op de ijsbaan in Heerenveen. Zij hield van schaatsen en kon ook goed schaatsen. Samen gingen ze vaak naar wedstrijden kijken in Inzell, Assen en Heerenveen, naar de EK ’s en WK’s.
De bestuurswerkzaamheden en de vlag
Koos is ongeveer 10 jaar geleden uit het bestuur gegaan. Roelie is nog steeds gewoon bestuurslid. Roelie: “We hadden ook een tijdje geen voorzitter en toen deed ik dat er gewoon bij. Dat kan allemaal bij de ijsvereniging”. Roelie zet jaarlijks de wandeltocht uit en samen zetten ze de fietstocht uit, die wordt georganiseerd uit naam van de ijsvereniging. Gelukkig zijn er nog genoeg vrijwilligers die mee willen helpen.
Roelie blikt terug: “Kijk vroeger hadden de boeren ’s winters niets te doen en dan was men bij de ijsvereniging zoals eerder Tinus Hilbrands en Willem Ruinemans”. Vroeger waren het vaak boeren en bouwvakkers die het werk verrichtten rond de ijsbaan, omdat die in de wintermaanden vrij waren vanwege de seizoensarbeid.
Koos vertelt verder: “Mijn vrouw hielp altijd mee. En 30 jaar geleden werd besloten dat er een vlag moest komen. Jantje heeft de vlag gemaakt in de kleuren blauwwit. Tonnie Warners heeft meegeholpen aan het ontwerp. Dat ging toen nog heel anders dan nu waarbij je het ontwerp met de computer kunt maken”. Bij het 70-jarige jubileum werd de vlag onthuld. In 1999 werd het 75-jarig bestaan gevierd met een receptie en nog weer later, in de tijd van het skeeleren werd Tinus Hilbrands geridderd. Roelie: “Tinus was het gezicht van de vereniging. Tinus was er dag en nacht”. Met een smoes werd hij naar Hotel Zwols gelokt, in zijn oude plunje nog wel. Dat gaf enige hilariteit.
Roelie is ook geridderd voor zijn werk als vrijwilliger in de kantine bij de voetbalvereniging, de volleybal- en de ijsvereniging. Roelie vertelt lachend, dat hij al een maand van tevoren wist dat er wat ging gebeuren. Iemand had zijn mond voorbijgepraat. “Maar ik heb net gedaan alsof ik van niets wist toen ik werd gevraagd om naar het gemeentehuis te komen voor een bespreking over de verbouwing van de voetbalkantine. Ik dacht al dat komt niet goed, want wij verbouwen niks!”.
Mierenneukerij
Mooie herinneringen zijn de Drentse kampioenschappen. De baan moest ’s nachts klaargemaakt worden. De baanverlichting was aan en dan moesten de scheuren gerepareerd worden. Want om 9 uur was de start van de wedstrijden. Vooraf kwamen de juryleden om de baan goed te keuren. Dat stak nogal nauw bijvoorbeeld bij de startlijnen. Koos: “Bij een officiële wedstrijd, de Drentse kampioenschappen, dan moet de lijn bij de ene baan rood en de andere blauw zijn en dan moet je met een soort verf erin en daar dan weer water over”. Roelie merkt lachend op: “Er waren mierenneukers bij die keken nog op een centimeter”.
In het verleden hebben echte Drentse coryfeeën op de baan geschaatst. Voor de lange baanrijders is het vanwege het blessure risico vanuit de trainers echter niet toegestaan op natuurijs te rijden. De marathonrijders mogen overal schaatsen. En dat doen ze ook zo gauw dat maar mogelijk is. Het is daarom altijd een strijd waar de baan het eerst open is zoals o.a. Veenoord, Midlaren en Gramsbergen. Het waren wel mooie tijden, ook omdat er heel wat mensen op af kwamen om te kijken.
Onderhoud en brandweer
Koos legt uit: “Wanneer je een grasijsbaan hebt zoals in Sleen, dan heb je een weke ondergrond. Je moet zo’n 20 cm water hebben en dan moet je wanneer er ijs komt, er elke week water opbrengen, minimaal 30 cm anders groeit het gras er bovenuit. Op veel plekken kiest men daarom voor een harde ondergrond, maar dat hoeft niet altijd asfalt te zijn. Een soort sintelbaan/grindbaan zou beter zijn”. Met een laagje water erop, kun je er dan met de wals overgaan. Als het eerste laagje daarna bevroren is, kun je er met de slang over en kun je de baan sneller opendoen. Ideaal is natuurlijk wanneer het vier nachten achtereen 10 graden vriest.
Roelie vult aan: “Tegenwoordig sein ik de brandweer wel eens in en die gaan dan de baan besproeien. En dat kan dan wel, maar dan moet je in de nachten wel 7 of 8 graden vorst hebben”. Vanuit de brandweer ondervinden ze veel ondersteuning. Als de koffie maar klaarstaat en als Roelie wat braadworsten in de pan gooit, dan zijn ze er meteen. Maar je hebt altijd te maken met de omstandigheden: als het maar een nacht heeft gevroren, bellen er al mensen op met de vraag wanneer de baan opengaat!”
De dikste op het ijs
Wanneer het gevroren heeft, moet er iemand het ijs op om te proberen of het kan houden. Roelie zegt lachend met de handen op de buik: “Ik ben de zwaarste, dus moet ik als eerste proberen of het kan houden”. Vervolgens wordt er een gaatje geboord en gemeten. De regel is ongeveer 7 of 7,5 cm en dan kan het. Daarna gaat er eerst een bericht naar de nabije scholen dat de ijsbaan weer open is.
Het jubileum en hoe verder?
De KNSB geeft richtlijnen en technische berekeningen voor de aanleg van natuurijsbanen. In geval de ijsbaan zou verhuizen naar een andere plek bijvoorbeeld de exploitatie zou dan financieel niet meer haalbaar zijn. Maar ondanks dat er steeds minder echte winters zijn, is de ijsbaan de laatste jaren nog steeds een of twee dagen open geweest. De ijsbaan is gewild, ook bij leden van buitenaf door haar mooie ligging en de mooie baan. En als er ijs is dan wil iedereen zo snel mogelijk op natuurijs schaatsen. “Het is een gekte” zegt Roelie “iedereen van jong tot oud, ook kinderen die amper kunnen lopen!”.
De grote schaatstochten heb je tegenwoordig ook als fietstocht. En die tochten trekken veel deelnemers wel 2500 starters. Zo heb je de fietstocht in Eernewoude, de elfstedenfietstocht en de Erben Wennemarstocht. Koos en Roelie fietsen zelf ook graag mee op de E-bike als dat kan.
Op 2 november 2024 aanstaande viert de vereniging haar 100-jarig bestaan. Van de voorbije jaren zijn er nog aardig wat foto’s. Om te voorkomen dat het 100-jarig bestaan geruisloos voorbij zal gaan, hebben Koos en Roelie de koe bij de horens gevat. Ze wilden een boek samenstellen. Roelie Lubbers-Hilbrands, dochter van oud-voorzitter Tinus Hilbrands werd gevraagd om een boek te schrijven over de historie van de ijsvereniging. Roelie heeft toegezegd en het boek komt er en zal worden gepresenteerd op 2 november. Roelie en Koos hebben samen zitting in de jubileumcommissie. Er komt een receptie, aangekleed met mooie bloemstukken in de stijl van de ijsvereniging. Prachtige kunstwerken: een 100-jarige ijsvereniging waardig.
“En dit mag je ook wel weten”, zegt Koos, “de muziekvereniging geeft 14 dagen later een concert in het MFC met muziek die Theo van der Aa altijd draaide op de ijsbaan. Dus ouderwetse ijsbaanmuziek!”. Verder wordt er nog een boog gemaakt, waarin oude schaatsen zijn verwerkt die door Koos zijn verzameld en verzorgt Wim Jansen nog een avond schaatstheater in oktober voor leden met als spreker o.a. Erik Hulzebosch en muziek.
Kortom volop activiteiten in het verschiet voor de jarige ijsvereniging. Zij leeft! En staat nog lang niet in de ijskast.
Tekst: Gienus Woldring
Foto's: Ton Trompert