Vanaf een bankje: Kraterbosje
Dit keer heb ik een bankje opgezocht waarvan de plek jaren geleden voor veel opschudding heeft gezorgd. Het is een heel gewoon bankje en met het mooie vennetje erbij gelegen zou het ook maar zo ergens anders in het Sleenerzand kunnen liggen, maar toch.
Het gebied ‘De Hullen’ met de gelijknamige straat waar het bankje aan staat, ligt tussen Noord-Sleen en ’t Haantje. ‘De Hullen’ is eind jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan als resultaat van een groot ruilverkavelingsproject “Sleenerstroom”. Acht grote boerderijen zijn er toen gebouwd, een grote vooruitgang in een efficiëntere bedrijfsvoering. Veel vroeger was hier woeste grond en heide, alleen aan weerszijden langs de Oosterstroom waren kleine akkers. Het bankje staat ongeveer op de scheiding tussen die twee gebieden. Net als op meer plekken rond Sleen is hier veel veranderd in het begin van de vorige eeuw.
Nu is het een overwegend graslandschap met bossingels, links van mij zie ik in de verte de toren van Sleen, rechts van mij gaat de weg verder richting het Oranjekanaal en achter mij het bankje.
Als ik er op zit moet ik denken aan wat ik zojuist op het informatiebord heb gelezen wat er bij staat. Ik waan mij terug naar december 1965 en krijg het gevoel alsof het bankje begint te bewegen.
Het bankje staat namelijk bij het bekende Kraterbosje. In 1965 was een Franse boormaatschappij in opdracht van de NAM bezig met een boring in het Slener gasveld. Veel minder diep dan verwacht werden de technici in dit geval onaangenaam verrast met een zeer hoge gasdruk. Men heeft er van alles aan gedaan om die hoge gasdruk te beheersen maar op 1 december 1965 liep het toch verkeerd af. Een onderaards gerommel kondigde het gevaar van een eruptie aan. Alle boorpersoneel kon tijdig de boorlocatie verlaten. De aarde scheurde open en gas vermengt met modderwater spoot met enorme kracht naar buiten, de 46 meter hoge boortoren begon te wankelen en verdween volledig in de diepte. Nog lang bleef het onrustig in het gebied, ’t Haantje was aan een ramp ontsnapt maar voor de veiligheid mochten bewoners in de buurt geen bezoek ontvangen. Pas op 19 februari 1966 had men alles weer onder controle en bleef een maanlandschap over.
Veel werk is er verzet om alles weer in orde te maken, er is een bos met een open stuk aangelegd wat de locatie van de boortoren aangeeft, het vennetje is niet de krater maar ontstaan voor het dichten van de echte kratergaten en egaliseren van het terrein. Meer dan dit mooi stukje natuur rest er niet van het angstige verleden.
Doordat grond van grote diepte aan de oppervlakte is gekomen is het een voedingsbodem voor bijzondere planten geworden. Staatsbosbeheer heeft het gebied meer dan 35 jaar lang haar gang laten gaan, de verrassing was groot toen de zeldzame Rietorchis (een Europese orchidee soort) in dit gebied werd waargenomen.
Als u hier ook eens gaat zitten geniet dan van de omgeving en bedenk wat er onder u verborgen ligt.
Verslag en foto's: Gerrie Kramer