Vanaf een bankje: Zetelveenweg
Het bankje, welke ik op deze koude en wat grauwe middag heb uitgezocht, staat aan de Zetelveenweg. Er staan meer bankjes aan deze weg maar dit bankje staat bij de dierenartspraktijk met zicht op de kop van de Jongbloedvaart.
Achter mij staat het gebouw van Diergeneeskundig centrum Zuid-Oost Drenthe, een modern gebouw met toch ook weer een landelijke uitstraling welke daarom ook prima in de omgeving past. Voor mij ligt een groot stuk gras met verderop de Jongbloedvaart. Op de plek van dit grasveld was vroeger, we kunnen ons dat eigenlijk niet voorstellen, een echte haven.
De vaart met haven heeft nog niet zo’n lange geschiedenis. De 4 km lange vaart is 1926 gegraven dankzij de inzet van de toenmalige burgemeester Jongbloed. Het werk werd uitgevoerd in het kader van de werkverschaffing. In het boek ‘Sleen in verleden en heden’ van G. Kuipers staat een opmerkelijke gebeurtenis beschreven. Toen de vaart klaar was kon het echter nog niet gebruikt worden omdat ter hoogte van de Zwollings nog een dam aanwezig was. De vaart doorkruiste namelijk de graslanden van de Ermer boeren en die wilden geen omweg maken over één van de nieuwe draaibruggen naar hun land ten westen van het kanaal. Een extra draaibrug bij de Zwollings was volgens de Rijksdienst niet nodig en daar waren de Ermer boeren behoorlijk ontstemd over. Het conflict duurde voort en de schepen konden de haven van Sleen zo niet bereiken. Als het niet goedschiks kan moet het maar kwaadschiks zullen enkele Sleners wel gedacht hebben want in de avond van 30 november 1928 werd de dam doorgegraven, deze spoelde helemaal weg en de vaart vulde zich tot Sleen met water. De snel opgetrommelde Burgemeester Bontekoe heeft in die nacht een ‘veldslag’ tussen verbitterde Ermer boeren en Slener volk kunnen voorkomen.
Tijdens de ruilverkaveling “Sleenerstroom” in 1966 / 1967 werden de draaibruggen vervangen door dammen en bij de Zwollings kwam de dam weer terug. Doordat de draaibrug in de Oosterhesselerweg eind jaren 50 al werd vervangen door een dam was scheepvaart in de Jongbloedvaart daarmee ook ineens verleden tijd.
In 1969 sloot de melkfabriek van Sleen en zou deze worden afgebroken. Voor mij lag dus voorheen de haven van Sleen. Maar ja, wat moet je met een haven waar geen schepen meer in kunnen en je hebt een melkfabriek welke afgebroken moet worden? Het puin van de melkfabriek inclusief de schoorsteen werd gebruikt voor het dempen van de haven van de Jongbloedvaart, zo verdwenen twee historische zaken uit het beeld van het dorp.
De voorloper van de huidige Zetelveenweg was ruim honderd jaar geleden niet meer dan een zandpad, het was een ‘zomerweg’ tussen Dalen en Sleen. De weg deelde het voormalige Westerveld in tweeën, waarbij het westelijke deel Zuid-Sleener Veld werd genoemd en het oostelijke deel het Broek Veld. Hier lag ook een stukje veen met de naam ‘Zetelveen’, waar de straatnaam vandaan komt laat zich nu wel raden.
Aan de kop van de Jongbloedvaart is jaren geleden een mooie visstek aangelegd. Gezien de vernielingen en algemene staat kan het wel een goede onderhoudsbeurt verdragen, het gebruik ervan is nu onmogelijk.
Gedurende vele jaren is op het grasveld ook het traditionele paasvuur geweest. Vanwege de rookoverlast in de buurt is dat alweer een aantal jaren geleden verplaatst naar de Schaapstreek.
Links van mij het nieuwe uitbreidingsplan Jongbloed, de komende jaren zullen daar nog voldoende bouwactiviteiten zijn. De eerste bewoners zijn al druk met de inrichting van hun tuinen bezig.
Behalve het Pieterpad is Sleen ook opgenomen in het 324 km lange Drenthe pad. Etappe Sleen -Nieuw Balinge voert langs de mooie bossingels rechts van mij richting de Klencke, Oosterhesselen tot uiteindelijk Nieuw Balinge. In voorjaar en zomer is het weiland rechts van mij vaak gevuld met lammeren, een prachtig gezicht vanaf dit bankje. Vaak hebben wij hier met onze hond gelopen voor een ‘rondje kanaal’.
Klik hier voor alle foto's.
Verslag en foto's: Gerrie Kramer