Vanaf een bankje: Boterakkersweg
De prachtige Winterwandeling die ijsvereniging ‘Voorwaarts’ op 30 december had uitgezet, leidde ons als deelnemers o.a. naar plekjes met een mooi uitzicht op de kerktoren van Sleen. Op de hoek van de Boterakkersweg met de weg Diphoorn troffen we een bankje vanwaar je zo’n mooi uitzicht hebt.
Helaas was het te koud om uitgebreid op het bankje te gaan zitten en ook had ik spijt dat ik mijn fotocamera niet meegenomen had. Dus toog ik vorige week, op een zonnige dag, opnieuw naar dit mooie plekje om wat foto’s te maken. Het uitzicht op de kerktoren is natuurlijk prachtig, in welk seizoen je ook bent. En niet alleen vanaf deze plek maar vanaf welke route je Sleen ook nadert, altijd is het weer een aardige aanblik. Het roept bij mij soms herinneringen aan vakantietijd op. Niets mooier dan na een genoten vakantie terug te keren naar huis met een niet te beschrijven gevoel zodra de kerktoren in beeld komt. De toren dateert uit het begin van de 15e eeuw en fungeerde met zijn 59 meter hoogte vroeger vaak letterlijk als baken voor reizigers op het Ellertsveld. Nu, in dit routeplannertijdperk, is het dus meer een figuurlijk baken geworden, voor mij althans.
Terwijl ik op het bankje zit, zie ik nog meer mooie en waardevolle historie. Zo is daar het bosje aan de Boterakkersweg, waar de Joodse Begraafplaats zich bevindt.
De begraafplaats dateert uit het eind van de 18e eeuw, de oudste nog aanwezige zerk is uit 1876 en de jongste uit 1938. De familie Heckscher was de laatste joodse familie die in Sleen woonde (tot oktober 1942). Zij kwamen allen om in de oorlog. De plaatselijke overheid draagt tegenwoordig zorg voor de begraafplaats. Vrijwilligers hebben daarnaast in 2013 de grafzerken opgeknapt.
Mijn belangstelling voor deze Joodse begraafplaats is mede gewekt door een bezoek aan Praag een paar maanden geleden. Hier bezochten we een Joodse begraafplaats waar de overledenen door ruimtegebrek opgestapeld werden en de zerken schots en scheef achterelkaar een plek kregen. Gelukkig lijkt daar in Sleen geen sprake van te zijn. Op Wikipedia las ik het volgende: Joodse begraafplaatsen zijn vaak zeer oud, er zijn soms graven van meer dan tweehonderd jaar oud te vinden. Dit komt doordat Joodse begraafplaatsen niet geruimd mogen worden volgens de wetten van het jodendom en dus 'eeuwig' zijn. Alleen bij zéér dringende redenen kan ertoe besloten worden graven te verplaatsen. Het niet ruimen van graven kan leiden tot een probleem als een andere begraafplaats niet voorhanden is, als een begraafplaats overvol is en er niemand meer bij kan. Vaak begraaft men dan een tweede laag mensen boven de eerste laag. Hiervoor wordt eerst een extra laag aarde aangebracht. Dit procedé is te herhalen en zo vindt men in Praag een begraafplaats met wel twaalf lagen. Het is typerend voor een Joodse begraafplaats dat deze vaak, in ieder geval van oorsprong, niet in de bebouwde kom ligt.
Op Joodse grafstenen zie je behalve Hebreeuwse teksten, ook vaak een afbeelding staan. Dit symboliseert vaak de historische stam waartoe de overledenen behoorden (bijv. twee handen, een hert, een leeuw), zo las ik in de reisgids van Praag. Maar het kan ook een embleem zijn van bijvoorbeeld Israël (druiventros) of een jong gestorvene (gebroken tak). Ook op deze begraafplaats tref ik een paar zerken met een symbool (blad?) aan. Het maakt mij nieuwsgierig naar de betekenis, die ik echter niet heb kunnen achterhalen.
Archieffoto 2013: Joodse begraafplaats
Achter het bankje waar ik op zit, bevindt zich een ander uniek stukje ‘Sleen en omstreken’, namelijk de Trialbaan. Tijdens de Winterwandeling zagen we één fanatiekeling in training op zijn motorbike, manoeuvrerend tussen boomwortels en over kronkelige heuvelpaadjes. Jammer genoeg heb ik dit dus niet op de camera vast kunnen leggen. Toch maar eens gaan kijken wanneer de Trialclub Zuidoost Drenthe weer een wedstrijd organiseert voor motor- of fietstrial.
De Trialbaan bestaat overigens al bijna 40 jaar (de Trialclub is opgericht in 1981, lees ik op hun website) en op deze plek was voorheen, naar schatting in de jaren ’65 tot ’80, de vuilstortplaats van Sleen gesitueerd. Toch een bijzondere gedachte… we blijken dus al jaren onze eigen ‘Col du VAM’ te hebben!
Naast de Trialbaan loopt een zandweg die veelvuldig wordt gebruikt door hondenbezitters, joggers en wandelaars die een rondje Diphoorn doen. Zo geniet een ieder op zijn eigen manier van de mooie omgeving hier. Als de eerste dreigende wolken zich samenpakken boven de boerderijen in Diphoorn, wat overigens nog een prachtig plaatje oplevert, besluit ik mijn biezen te pakken en huiswaarts te keren.
Verslag en foto's: Femmie Zeewuster